4e afd. 29 oktober 1981 117 - 15 - ApLikcl Wi.jzCtjingnbevoC'jdheid 1. liurgemcester en wethouders zijn bevoegd het pl.nn te wijzigen in die zin dnt zij de gronden met de bestemming woondoe1einden eate- gorie I, die op de knnrt zijn voorzien vnn de overige nnnwijzing wijzigingsbevoegdheid I, in plaats dnnrvan mogen bestemmen voor een- trumvoorzieningenzulks met dien verstande dat: a. de hoogte niet meer mng bedragen dan het op de kaart aangegeven cijfer bepanlt; b. wanncer de voorgenomen wijziging de vestiging van detailhnndel betreft, het besluit tot wi jziging niet wordt vnst geste d dnn nndnt Burgemeester en wethouders kennis hebben genomen vnn de uitkomsten van cen gehouden distributie-planologisch onder- zoek c. hct bepaalde in artikel 7 1id 1 onder a, b, c, d, k en 1, lid 3, lid 4 onder f, g, i, jk en I, lid 6 en lid 8 na de plan- wijziging van overeenkomstige toepassing zijn. 2. Burgcmeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat zij de gronden met de bestemming centrumvoorzieningcnau- toboxen en bergplaatsen en verbIijfsgebied die op de kaart zijn voor- zien van de overige aanwijzing wijzigingsbevoegdheid II in plaats daarvan mogen bestenunen voor gebied voor centrumvoorzieningen, zulks met dien verstande dat: a. binnen de bestemming gebied voor centrumvoorzieningen de gronden bestemd zijn voor: 1. gebouwen ten dienste van deta i 1 liande I en d ienst vor 1 en i ng; 2. gebouwen ten dienste van bedrijven genoemd in categorie I Si 2 van de Staat van Inrichtingen; 3. gebouwen ten dienste van het culturele en verenigings1evend« godsdienstuitoefening, deverzorging en huisvesting van bejair den, de volksgezondheid en daarmee gelijk tc stellen niet- comme rci 1e i ns te11i ngen 4. gebouwen ten dienste van kantoren; 5. woonhuizen met daarbij behorende bijgebouwen, zoals autoboxen en bergplaatsen; 6. erven en tuinen bij de gebouwen; 7. voorzieningen zoals verblijfsgebiedpaden, parkeerp1aatsen spee1gelcgenheden en groenvoorzieningen 8. met de bestemming verband houdende bouwwerken, geen gebouwen z ijnde b. van de oppervlakte van de onder a bedoelde gronden ten hoogste 80% mag worden gebouwd; c. onverminderd het bepaalde onder b, de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten dienste van detailhandel en dienstverlening ten hoo g- ste 2000 m2 mag beslaan; d. per detai1hande1sbedrijf de bedrijfsvIoeroppervIakle ten hoogste 300 m2 mag beslaan;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 51