117
b' :;LPlrCSe Wrr °P de kaarC de nadere aanwijzing (O is ingetekend,
gen de woonhuizen uitsWend vrijstaand of tot een maximum van
twee aaneen worden gebouwc!;*.
Le: SrAV' de kaarC de nadere aanwijzing (vn) is 'ingetekend
mcg binnen de bebouwingsgrens ten hoogste eên woonhuis raet daarbii
behorende autoboxen en bergplaatsen worden gebouwd;
e- îndien de woonhuizenniet aaneen worden gebouwd, moet de onderlinge
afstand tussen de vrije zijgevels ten miaste 5.00 ra bedragen-
tndren de wo°n^izen niet in de zijerfscheiding worden gebou^d, moet
de afstand van de vnje zijgevel tot de zijerfscheiding ten rainste
•i.oU m Ledragen;
- 24 -
4e afd.
29 oktober 1981
Artikel 9 Woond.oeleind.encategorie (5) iW(S)
1. De gronden met de bestemming woondoeleinden, categorie II ziin
bestemd voor:
a. woonhuizen;
b. bij een wootdiuis beliorende autoboxen en bergplaatsen-
C' met de besteuning verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde
van ondergeschikte betekenis;
d. tuinen bij de gebouwen.
2. De woonhuizen moeten worden gebouwd als eengezinshuizen.
3. De mgevolge lid I toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worden
gebouwd met înachtneraing van de op de kaart en de hierna gegeven
aanwijzingen: 06
3' mn%PlafSe Wa?r.°P de kaarL de nadere aa"wiizing (a) is ingetekend,
moeten de woonhuizen aaneen worden gebouwd;
C' r3- °P d- k?3" de n3dere nnnwij^ing (v) is ingetekend,
mogen de woonhuizen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd'
g. de voorgevelbreedte van een woonhuis moet ten minste 6.50 m bedracen
h. op een strook ter breedte van 3.00 ra gemeten uit de van de weg
a.gekeerde zijde van een bebouwmgsvlak mag de hoogte van een gebouw
ten hoogsle 3.00 ra bedragen, een en ander met dien verstande dat
£l'nr.S nl" ?e ter Plaatsn waar op de kaart een hoogtemaat van
s.uu m ot nunder îs aangegeven;
1. de inhoud van een woonhuis mag niet minder dan 250 m3 en niet meer
dan 750 m3 bedragen;
j. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande en aangebouwde autoboxen
en bergplaatsen op de in lid I bedoelde gronden raag per woonhuis ten
oogste 30 m2 beslaan, met dien ,verstande dat op deze oppervlakte in
mindering wordt gebracht de oppervlakte van de gebouwen die zich
bevinden op de aangrenzende gronden met de bestemming erf;
k. de hoogte van vrijstaande en aangebouwde autoboxen en bergplaatsen
mag ten hoogste 3.00 m bedragen.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen
