4e afd.
117
GEWIJZIGD EXEMPLAAR
29 oktober 1981
a. de op te richten bebouwing dient naar zijn besteniming en voorgenomen
gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het
plangebied in overeenstemming te zijn met dan wel op verantwoorde
wijze te kunnen worden ingepast in een reeds vastgesteld uitgewerkt
plan of een daarvoor gemaakt ontwerp;
b. een ieder wordt gedurende 30 dagen in de gelegenheid gesteld
schriftelijk bezwaren tegen het verlenen van de bouwvergunning in
te dienen;
c. ingekomen bezwaren worden schriftelijk ter kennis van Gedeputeerde
Staten gebracht;
d. geen bouwvergunning wordt verleend dan nadat Gedeputeerde Staten
een schriftelijke verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven.
6. Voordat een voor de in lid 1 bedoelde gronden uitgqwerkt plan
rechtskracht heeft verkregen is het, behoudens het bepaalde in 1id 9,
verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning)wegen, parkeerplaatsen,
fietspaden, trottoirs en terrassen aan te leggen of te verharden.
7. De werken als bedoeld in lid 6 zijn slechts toelaatbaar indien door
de uitvoering daarvan de verwerkelijking van de aan de in lid 1
bedoelde gronden gegeven bestemming niet zal worden bemoeilijkt of
belemmerd
8. Alvor*ens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 6
wordt de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
gehoord
9. Het in lid 6 bedoelde verbod geldt niet voor:
a. werke.n, dien ten tijde van het van kracht worden van het "bestem-
mingsplan in uitvoering waren;
b. werken, die van ondergeschikte betekenis zijn of worden verricht
in het kader van normaal onderhoud.
- 40 -