26 november 1981
254
De heer Van Amerongen"Meneer de voorzitter. Tijdens deze begrotings-
behandelingdie de iaatste is van deze raadsperiodeis het te waarderen
dat het college in haar aanbiedingsbrief ruim aandacht bêsteed aan de be-
leidsintenties die in de zomer van 1978 tussen de frakties zijn overeenge-
komen. De stand van zaken ten aanzien van deze beieidsintenties wordt zo
knap gepresenteerd, dat de indruk zou kunnen ontstaan dat welhaast alles
wat de raad zich aan het begin van deze periode had voorgenomen, ook daad-
werkelijk in uitvoering is genomen. Toch moet opgemerkt worden dat op een
paar wezenlijke zaken geen of onvoldoende voortgang is gemaakt. En dat is
zeker het gevai als bedacht wordt dat de beleidsintenties gezien moeten wor-
den als een aanvulling op datgene wat de raad ook aan beleidsvoornemens in
het beleidsplan, inklusief het dekkingspian had vastgelegd.
Ik wil een paar zaken noemen - zonder het gevoel kompleet te zijn - waarwij
met name onze waardering over zouden willen uitspreken:
- het feit dat in deze raadsperiode, na een zeer lange voorbereidingstijd,
ten aanzien van de Binnenweg en omgeving belangrijke besluiten konden worden
genomen
- er zijn grote vorderingen gemaakt met de ontwikkeling van eer. planmatig
welzijnsbeleid, mede te danken aan de inzet van de commissie planvoorberei-
ding specifiek welzijn, inklusief de ambteiijke bijstand;
- op het gebied van de emancipatie van vrouwen is een belangrijke start ge-
maakt, waarop wij over een paar weken bij de behandeling van het sociaal-
cultureel plan en programma dieper willen ingaan;
- het financiële beleid heeft zich in belangrijke mate in overeenstemming
met de wensen van onze fraktie ontwikkeld. Aan het zoveel mogelijk naar
draagkracht verdelen van de lasten over de bevolking werd inhoud gegeven
door het afschaffen van het rioolrecht en een kompenserende extra verho-
ging van de onroerend goedbelasting. Er is meer dan een begin gemaakt met
de benutting van de aanwezige reserves en wel op zodanig verantvroorde wijze
dat deze benutting geen oorzaak kan zijn van het ontstaan van tekorten in
de komende jaren. Ook de mate waarin de heroverweging van het bestaand be-
leid in Heemstede aandacht heeft gekregen, is een zaak wjar wij veel waarde-
ring voor hebben;
- de huisvestingsproblematiek van één- en tv;ee persoonshuishoudens heeft
meer nadrukkelijk aandacht gekregen, zij het dat dit slechts in'beperkte zin
kon leiden tot de ontwikkeling van een paar bouwplannen;
- het personeelsbeleid is zich gaan ontwikkelen tot meer dan alleen aandacht
voor de rechtspositionele aspekten;
- de huisvestingssituatie bij het onderwijs is aanmerkelijk verbeterd dan
wel zal op korte termijn verbeteren, zij het dat het soms gepaard is gegaan
met grotere financiële offers dan ons lief is geweest;
- milieu- en energiebesparingsbeleid is flink van de grond gekomen;
- en dan mogen we het tenslotte nog meemaken dat in Merlenhoven ook nog wo-
ningwetwoningen worden gebouwd, hetgeen echter primair te danken is aan het
feit dat de projektontwikkelaar het, gelet op de economische situatie, ver-
standiger achtte meer sociale woningbouw in het plan te stoppen dan oor-
spronkeiijk bij hem en bij de meerderheid van de raad in de bedoeling lag.
Zoals al gezegd, de andere kant van de medaille ziet er heel wat minder
fraai uit. Op een paar zeer wezenlijke zaken, waarvan de voortgang vaak ver
te zoeken was, wil ik nader ingaan.
Tot onze spijt moeten we konstateren dat het woningtoewijzingsbeleid nog
steeds een volstrekt duister onderdeel van het gemeentelijk handelen uit-
maakt. En dat het duister is, geldt zowel voor woningzoekenden als voor
raadsleden. Om hier enig licht in te krijgen was in 1978 beleidsintentie
no. 22 tussen de frakties overeengekomen. Deze beleidsintentie voorzag in
het aanbieden van een nota aan de raad waarin inzicht zou worden verschaft