261
26 november 1981
ming met de wensen van zijn fraktie heeft ontwikkeld. Hij heeft daarbij
o.a. gewezen op het feit dat meer dan een begin is gemaakt met de benut-
ting van de aanwezige reserves en wel op een zodanig verantwoorde wijze,
dat deze benutting geen oorzaak kan zijn van het ontstaan van tekorten
in de komende jaren. Spreker vindt dat een terechte konstatering.
In tegenstelling tot vele andere gemeenten, die in financiële nood geko-
men vaak hun reserves aanspreken voor het dekken van strukturele tekor-
ten, heeft Heemstede de afgelopen jaren een beleidgevoerd waarin de re-
serves werden aangewend bij voorkeur door middel van het in één keer af-
schrijven van investeringen. Dat beleid is door de gehele raad gesteund.
Overigens heeft de heer Arnoldy nog eens benadrukt dat er met betrekking
tot de al of niet wenselijkheid van een versnelde aanwending van de re-
serves een verschil in benaderir.g bestond tussen zijn fraktie enerzijds
en de frakties van het C.D.A. en P.H. anderzijds. Hij heeft gezegd dat
zijn fraktie met name de algemene reserve in stand wilde houden voor het
opvangen van onverwachte tegenvallers. Meent de heer Arnoldy nu;met tevre-
denheid te mogen vaststellen dat hij gelijk gekregen heeft, omdat het col-
lege een deel van de reserve in stand wil houden voor het opvangen van
voorzienbare maar nog niet te ramen lasten? Spreker meent, de heer Arnoldy
op dit punt toch te moeten teleurstellen. Hij wijst erop dat er in de aan-
biedingsnota sprake is van voorzienbare maar nog niet te ramen uitgaven.
Er zijn ook voorbeelden genoemd, in de memorie van antwoord zijn ze intus-
sen zelfs voorzien van bedragen, dus men zou kunnen zeggen dat ze intussen
wel geraamd zijn, hetgeen dan wel een zeer globale raming is. Als voorbeeid
is o.a. genoemd het verkeersstruktuurplande wateroverlast op het eiland
Rozenburg, de problematiek van het gif bij de woonschepenhaven en er is
zelfs nog gewezen op mogelijke tegenvallers uit het gemeentefondsMaar in
al deze gevallen ging het om zaken waarvan het coilege min of meer zeker
wist dat ze op ons af zouden komen en voorzienbaar waren, want ook de te-
genvaller uit het gemeentefonds is al in de loop van het jaar met zoveel
woorden aangekondigd. Daar heeft de raad liet -al in het voorjaar over gehad,
ze waren alleen nog niet exakt te ramen en het college heeft dus gezegd
dat het een bedrag van 1 miljoen gulden daarvoor gaat weg2etten.
Spreker moet er op wijzen dat er geen reservering heeft piaatsgevonden
voor onvoorzienbare uitgaven, waarover de heer Arnoldy het vervolgens
in zi jn betoog heeft gehad. Hij zegt dat rnen er rekening mee moet houden
dat dat best eens kan gebeuren. Spreker zal de laatste zijn om te zeggen
dat dit niet het geval kan zijn. Maar als het gaat om nog niet voorzien-
bare uitgaven, dan acht de grootst mogelijke meerderheid van het college
het niet juist om daarvoor reserveringen te doen.
Spreker vraagt zich af wat de heer Arnoldy nu eigenlijk wi1Hij stelt
dat er een reserve in stand moet blijven - of hij dat nu algemene reserve
noemt of er een ander woord voor verzint, laat spreker verder onverschil-
lig - voor het opvangen van eventuele tegenvallers. Dat betekent in feite
dat zodra er zich een tegenvailer voordoet hij die reserve gaat aanspreken.
Op hetzelfde moment dat hij die reserve heeft aangesproken voor die tegen-
valier moet hij weer gaan reserveren voor de volgende tegenvaller. Hij
blijft dus permanent aan het reserveren. Het beleid van de heer Arnoldy
komt er in dat geval op neer dat er permanent door de jaren heen sprake is