2e afd. 27 november 1981 134
Tevens werden o.m. van de zijde van de gemeentebesturen van Bloemendaal
en Bennebroek bezwaren ingebracht tegen het in het plan vervatte één-.
richtingsverkeer voor motorrijtuigen.
Na overleg met vertegenwoordigers van de Rijkswaterstaat, de Provin-
ciale Waterstaat en de gemeentebesturen van Bennebroek en Bloemendaal
is een nieuw plan opgesteld, dat o.m. inhoudt de aanleg van een in twee
richtingen te berijden fietspad met handhaving van tweerichtingsverkeer
voor auto's. De kosten van dit plan zijn weliswaar hoger dan die van
het door uw raad aanvaarde plan, maar verwacht wordt dat de hogere kos-
ten wegvallen tegen subsidie van het rijk (Verkeer en Waterstaat voor
het noordelijk deel en Landbouw voor het zuidelijk deelen van de pro-
vincie.
Subsidiebeschikkingen van het ministerie van Landbouw c.a. en van de
provincie zijn inmiddels ontvangen; op een beschikking op de aanvrage
van rijkswaterstaat wordt nog gewacht. Nadat bekend is op welke sub-
sidiebedragen mag worden gerekend, zullen wij u een voorstel met be-
trekking tot het nieuwe plan doen toekomen.
1.8 OVERIGE OPENBARE WERKEN EN -VOORZIENINGEN
1.8.1 Havenstraat/ICanaalweg
De uitvoering van de werkzaamheden tot verbetering van het aan de haven
gelegen deel van de Havenstraat en de Kanaalweg, in combinatie met het
herstel van de aangelegen kademuur, verkeert in een vergevorderd sta-
dium. Zonder tegenslagen mag worden verwacht dat het project aan het
eirid van dit jaar gereed zal zijn. De onderhavige werkzaamheden zijn
in eigen beheer uitgevoerd.
1.8.2 Riolering Cruquiushaven.
In afwachting van het gifonderzoek nabij de woonschepenhaven De Cruquius
hebben wij nog geen plan tot het realiseren van een riolering aldaar aan
u voorgelegd. Nu terzake van de gifproblematiek door uw raad een beslis-
sing is genomen, is een verder uitstel van het rioleringsproject niet
meer nodig. Wij zullen dan ook binnenkort een plan ter goedkeuring aan
u voorleggen.
Mede naar aanleiding van wensen uit de burgerij, vond een inventarisatie
plaats van de in de gemeente aanwezige speelterreinen. Aan de hand hier-
van werd vervolgens de vraag onder ogen gezien op welke wijze de in het
1.8.3 Speelterreinen.