301
27 november 1981
van de vraagstelling. Het tweede deel van haar vraag: "Is het in dit ver-
band niet zinvol om de bewoners schriftelijk te informeren?" heeft de vol-
gende achtergrond. Er is enige tijd geleden een inspraakprocedure geweest,
waarop veel mensen hebben gereageerd. Zij hebben zeer lang niets meer ge-
hoord. Haar fraktie meende dat het goed was als zij in ieder geval uitge-
legd krijgen hoe de stand van zaken is, waarom er vertraging is opgetreden
en wat er in de tussentijd toch wel gebeurd is, waarvan zij dan niets ge-
merkt hebben. Dit om de mensen te motiveren mee te doen aan de volgende
inspraak. Zij vindt dat daarover in de commissievergadering van 8 december
wel even verder over gesproken kan worden, want dat is praktische uitwer-
king.
De heer Van Amerongen vindt het reuze aardig van mevrouw Snoep dat zij
de vragen die sprekers fraktie ruim een half jaar geleden al heeft gesteld,
nog eens herhaalt.
Wethouder Winemse deelt mede dat de bedoeling is in het informatieboek-
je ook een stukje geschiedenis op te nemen. Daar wordt thans ambtelijk de
tijd aan besteed. Er wordt dus aangegeven hoe het verloop is geweest van
de hele opzet Indische wijk en ook enkele punten waarom het vertraagd is,
enzovoort. Juist omdat het boekje voor de hele wijk bedoeld is, is dat een
uitgesproken gelegenheid om dat daarin voor a11e bewoners uiteen te zet-
ten. Als men daar nog bepaalde suggesties over heeft, dan is er in de ver-
gadering van 8 december gelegenheid om die nog toe te voegen.
Mevrouw Snoep merkt in de richting van de heer Van Amerongen op dat zij
omstreeks januari/februari in het Honk is geweest om met een aantal vrouwen
te praten naar aanleiding van ontevreden mensen in de openbare vergadering
van de commissie wijkverbetering van oktober vorig jaar. Het is dus onzin
van de P.H.-fraktie om te doen alsof spreeksters fraktie dit overgenomen
zou hebben van de P.H.-vragen.
Punt 30.
De heer Kroon is blij dat er nu goede gegevens bekend zijn, zodat de mo-
gelijkheid van eventuele missers voorkomen kan worden. Derhalve kan zijn
fraktie akkoord gaan met het antwoord van het college.
Punt 32.
De heer Van Amerongen vraagt hoe het college het zou vinden als besloten
zou worden een voorlichtingsambtenaar aan te trekken en dan tegelijkertijd
te zeggen dat hij wel aangetrokken wordt maar dat niet bekend mag worden
dat hij er is, want anders krijgt hij het te druk. Spreker denkt dat het
college zou antwoorden dat dat niet zou kunnen, dat zou een loos gebaar in-
houden naar de bevolking toe. Toch is eigenlijk hetzelfde aan de hand met
de sociaal timmerman. Er is een jaar of twee geleden in de commissie over
gediskussieerd, waarna is besloten tot aanwijzing van een sociaal timmer-
man. Spreker denkt dat zo goed als niemand in de gemeente weet dat er zo
iemand funktioneert, met als gevolg dat deze ambtenaar ook niet kan funk-
tioneren als sociaal timmerman. AIs het college dan stelt dat al is de so-
ciaal timmerman aangesteld, het dan toch maar liever niet bekend maakt om-
dat hij het anders te druk krijgt, dan is dat een loos gebaar naar de be-
volking toe. Daar is sprekers fraktie het niet mee eens. Als er geen kapa-
citeit bij het g.t.b. is om deze taak op te pakken, dan had ook niet het
voorstel moeten worden gedaan te komen tot aanstelling van een sociaal tim-
merman. Verder ziet zij niet in dat de werkzaamheden van deze sociaal tim-
merman gekoppeld zou moeten worden aan de realisering van het verbeterings-
