27 november 1981 288 name slaat op een poging om aan mensen die subsidie vragen eerder dui- delijkheid te verschaffen. Op zich is hij het met de wenselijkheid daar- van wel eens, maar hij denkt toch dat dit uiterst moeilijk zal zijn en dat het bovendien in elk geval niet zo is dat met de procedure die we nu volgen de zaak iater bekend is dan vroeger, want eerder is zelfs het omge- keerde het gevalIn het verleden gingen na behandeling van de gemeente- begroting door de raad, pas in de loop van het voorjaar van het volgende begrotingsjaar de beschikkingsbrieven van het college naar de betrokken instellingen uit, waarin zij definitief bericht kregen op welk subsidie zij voor het dan inmiddels al begonnen jaar mochten rekenen. Het college heeft zich nu in de verordening verplicht om uiteriijk in januari al de subsidiebeschikkingen de deur uit te zenden, terwijl men, als men de be- sluitvorming in de raad volgt, al in december een behoorlijke indikatie heeft van de te verwachten subsidie. Spreker denkt dat het moeilijk zal zijn om het nog eerder te doen, want zelfs als men de behandeling van cul- tureel plan en programma drie weken zou vervroegen, dan zouden die drie weken niet het werkelijke verschil uitmaken, terwijl de raad in aanzienlij- ke problemen terecht zou komen als én begroting én sociaal plan en eventuee wijziging plan én programma tegelijkertijd in dezelfde sessie behandeld zou- den moeten worden. Spreker denkt dat dit een aanzienlijke verzwaring van deze sessie jaarlijks eind november zou gaan opleveren. Dat is ook de reden geweest waarom het college in de verordening gekozen heeft voor een behande- ling direkt volgend op de begrotingsbehandeling. Dat is ook een zekere io- gische volgorde, omdat bij de behandeling van de begroting definitief be- kend wordt wat het beschikbare budget is voor sociaal-cultureel werk, welk beschikbaar budget door middel van vaststel1ing van begroting en dekkings- plan dan via plan en programma-proces kan worden verdeeld over de verschil- lende instellingen. Dat is ook de reden waarom het voor de stelpost-proce- dure in de begroting heeft gekozen. Punt 6. De heer Arnoidy begrijpt dat het coliege wacht op de reaktie van het be- stuur van de sportstichting ten aanzien van de opgedragen besparing van f 102.000,Hij meent te weten dat in dat bestuur meermalen gésproken is over de mogelijkheden en onmogelijkheden en hij vraagt zich af waar de sportstichting-brief blijft. De opgelegde besparing is circa een half jaar geieden bekend gemaakt en het komt zijn fraktie voor dat deze zaak inmid- dels wel in het stadium van behandeling zou kunnen komen, temeer daar duide- lijk was dat men zich in het bestuur van de sportstichting zorgen maakte over deze post. Het is nog lang niet duidelijk op welk deel van de expioita- tie nu werkelijk besparingen te vinden zouden zijn. Wethouder Reeringh was eigenlijk blij met de vraag en kon niet anders dan met gemengde gevoelens van het antwoord van het college kennisnemen. Het college is thans nog niet in een positie om anders te antwoorden. In de sektor sport en recreatie is door de raad aan met name de sportstich- ting een opdracht gegeven. Deze kwestie is nu al diverse malen in het alge- meen bestuur vrij uitvoerig aan de orde geweest. Het algemeen bestuur heeft erop aangedrongen dat er één of andere aktie zou worden ondernomen in de richting van het college, omdat in het rapport van de heroverwegingscommis- sie wordt gesproken over de hele sektor sport en recreatie en met name taak- stellend zijn een aantal voorbeelden gegeven binnen de sektor van de sport, daar wordt op ingehaakt en daarnaast moet er dan nog die taakstellende post gevonden worden. Het dagelijks bestuur, de laatste diskussie gehoord hebben- de binnen het algemeen bestuur, heeft zich nog moeten bezinnen hoe die zaak nu - want daar is men in het algemeen bestuur ook niet helemaal uitgekomen - iif

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 5