2e afd. 17 december 1981 154 b Artikel 7. Surgemeester en wethouders kunnen voorschriften geven voor de inrich- ting en het voeren van de financiële administratie en voor de orgar.i - satie van de hiermede verband houdende werkzaamheden. Bij deze voor- schriften kan, onder goedkeuring van gedeputeerde staten,worden afgeweken van het bepaalde in artikel 123, tweede lid van de gemeentewet. voor zoveel de inrichtinq van de boekhnuding van de gemeente betreffende. Artikel 8. De ambtenaren van de gemeente, die uit hoofde van hun functie hiervoor in aanmerking komen, verstrekken aan de comptabelede gegevens en stuk- ken ten behoeve van de financiële administratie^kredietbewaking en ver- slaglegging. Zij nemen in overleg met de corriDtabele zodaniae maatreqelen van organisatie en admjnistratie, dat aan deze verplichtinq tijdia en vnl- 'ledig wordt voldaan. De comptabele ziet er od toe, dat deze maatregelen wor- den genomen. Hij signaleert knelpunten, na overleq met de chef financiën aan burgemeester en wethouders. Artikel 9. De vaststelling van de volgnurnmers van de gemeentebegroting, waarop de inkomsten en uitgaven worden geboekt, geschiedt ondar verantwoordelijk- heid van burgeineester en wethouders door de comptabele. Indien de door de daartoe bevoegde ambtenaren gegeven aanwijzingen op de desbetreffende stukken niet in overeenstemrning zijn met de volgnurn- mers, waarop verantwoording naar het oordeel van de comptabele dient te geschieden, doet deze daarvan mededeling aan burgemeester en wethou- derswier beslissing hij afwacht. Artikel 10. De comptabele draagt, voor zoveel het hem mogelijk is, zorg voor een zo- danige kredietbewakingsadministratie, dat te verwachten overschrijdingen van de posten der begroting van de algemene dienst tijdig worden gecon- stateerd en aan burgemeester en wethouders worden medegedeeld. Artikel 11. De comptabele is, bij nalatigheid van de betrokkenen in de tijdige be- taling van aan de gemeente verschuldigde gelden, belast met het nemen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 53