Artikel 3.
en wethouders - de chef financiën en de comptabele gehoord - hem geven
omtrent de inrichting van de administratie en de organisatie van de werk-
zaamheden.
Artikel 4.
De kassier bewaart de gelden en de door burgemeester en wethouders aange-
wezen geldswaardige papieren van de gemeente.
Hij bergt deze aan het einde van iedere werkdag op de door burgemeester en
wethouders aangewezen plaats op.
Hij is verplicht de hem in de uitoefening van zijn funktie toevertrouwde
geldmiddelen afgescheiden te bewaren van zijn privémiddelen en van andere
door hem beheerde middelen.
Artikel 5.
De kassier aanvaardt alleen voor die inkomsten chartaal geld, die ingevol-
ge de in artikel 16 van de verordening bedoelde aanwijzing ook in contan-
ten mogen worden geïnd.
Hij verleent kwijting van elke ontvangst die in zijn handen geschiedt. Het
afgeven van kwijtingsbewijzen in blanco en door middel van een handtekening
stempel is hem verboden. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat -
in afwijking van het tweede lid - de inning van door hen aan te wijzen in-
komsten en ontvangsten kan geschieden tegen afgifte van ongetekende kwij-
tingsbewijzen.
Artikei 6.
De kassier is verplicht van inkomsten en ontvangsten waarvoor hem geen
inningsopdracht is verstrekt, onmiddel1ijk kennis te geven aan de comptabel
Hij doet maandelijks opgave aan de comptabele van de posten welke hij niet
heeft kunnen innen, met vermelding van de redenen.
Artikel 7.
De kassier draagt zorg dat betalinger, uitsluitend plaatsvinden op grond van
het bepaalde in artikel 14 van de verordening.
Hij geeft van geconstateerde misslagen in bevelschriften en/of spoedopdrach
ten tot betaling onmiddellijk kennis aan de comptabele en stelt de afwikke-
ling daarvan tot nader orde uit.
-28
2e afd. 17 december 1981 154 e
De kassier is verplicht de voorschriften na te leven, welke burgemeester
