aTe- 17 december 1981 154 e
houders gegeven voorschriften in acht.
Artikel 14.
De kassier is verantwoordelijk voor geldtransporten en gedraagt zich daar-
bij naar de aanwijzingen van burgemeester en wethouders.
Artikel 15.
De kassier is verplicht het kasgeld dat hij naar verwachting binnen een
tijdsverloop van vijf dagen niet nodig zal hebben, te storten bij één der
ingevolge artikel 16 van de verordening aangewezen instellingen. Het kas-
geld mag overigens een nader door burgemeester en wethouders te bepalen
bedrag niet overtreffen. De kassier draagt mede zorg voor een zodanig be-
heer van de geldmiddelen dat renteverlies wordt voorkomen.
Artikel 16.
De kassier mag op de dagen waarop hij voor het publiek zitting houdt na
sluitingstijd zijn kantoor niet verlaten voordat hij de kas heeft opgeno-
men en heeft vergeleken met zijn administratie.
De kasopnemi.ngen bestaande uit een specificatie van de aanwezige geldswaar-
den en een berekening van het saldo volgens de administratie tekent hij met
een toelichting op een geconstateerd verschil in een register aan.
Artikel 17.
De kassier is in principe aansprakelijk voor nadelige kasverschillen. Voor-
delige kasverschillen verantwoordt hij in ontvangst.
B'iJ vermissing van gelden of geldswaardige papieren geeft hij daarvan on-
middellijk kennis aan burgemeester en wethouders.
Artikel 18.
De kassier geeft aan Gedeputeerde Staten, burgemeester en wethouders en aan
de burgemeester alle inlichtingenweike zij hem in verband met zijn funk-
tie vragen.
Hij verstrekt voorts aan daartoe bevoegden de inlichtingenwelke redelij-
kerwijze van hem kunnen worden verlangd.
Overigens geeft hij aan niemand enige inlichting dan met toestemming van
burgemeester en wethouders.
-30-