16 uit zouden voortvloeien niet zal kunnen plaatsvinden. Dat is een inscnat- ting van de kant van mevrouw Van der Pas en haar fraktie, die nog niet die van het college is. Het college juicht altijd toe als er onderbouwing plaatsvindt van claims van projekten die zouden kunnen worden ingediend in het kader van de beleidsplanning, op welk moment dan ook, dit jaar of volgend jaar en spreker denkt dat de vraag of iets wel of niet noodzake- lijk is zal moeten worden afgewogen bij het proces van integrale beleids- planning. In die zin mag een ieder voorstellen doen, een fraktie doet het met het indienen van bepaalde wensen, het college doet dat met het indie- nen van projekten van lijst I, voor het welzijnsterrein mag ook de plan- commissie dat soort projekten indienen en mag dat dan uiteraard onderbou- wen. Het college gelooft overigens dat zo'n onderzoek wel zinvol is, om- dat niet ontkend kan worden dat er achterblijvende accrêspercentages zijn geweest, maar evenmin kan ontkend worden dat er geen sprake is van tekor- ten bij de instel1ingen. Dan is er eigenlijk maar één relevante vraag: hoe of ten koste van wat is men daartoe in staat geweest, wat heeft dat betekend? Heeft men extra inkomsten gehad tengevolge van de aktiviteiten, of heeft men bewust bepaalde zaken moeten laten, onderhoud aan de gebou- wen of wat dan ook, om het aktiviteitenniveau in stand te kunnen houden. Voor een reële afweging van de vraag of er wel of niet wat gedaan moet worden aan de achtergebleven accrêspercentages is het wenselijk om het antwoord op die vraag te weten. Inzake de conciê'rge-beheerder merkt spreker op dat er niet slechts her- schikking kan plaatsvinden op het moment dat er een vakature is. Uiterlijk op het moment dat er een vakature onstaat zal het college die zaak opnieuw bekijken en het is mogelijk dat betrokkenen, of plancommissie, of college, plancommissie en betrokkenen gezamenlijk, op enig rnoment tot de konklusie komen dat het al eerder kan, maar gegarandeerd is dat het uiterlijk op het moment dat er een vakature ontstaat, zal moeten worden bekeken. Of dat dan ook kan betekenen dat bij dat opnieuw bekijken toch tot de kon- klusie gekomen wordt dat het meer dan de 28 uur moet zijn die nu wordt toe- gekend acht spreker niet waarschijnlijkmaar het is niet uitgesloten. Hij acht het niet waarschijnlijk omdat hij er vooralsnog van uitgaat dat de gegevens zoals die thans op tafel liggen niet zo zacht zijn dat men er re- kening mee moet houden dat ze in een korte periode v;eer zullen veranderen. Wat betreft de acceptatie door het college van het voorstel van de plan- commissie om de subsidie van f 1 .500,-- aan de stichting sol idariteitswin- kel te verlenen merkt spreker op, dat in de eerste plaats de stichting solidariteitswinkel als zodanig niet met deze subsidie wordt gesubsidieerd. Het zijn enkele aktiviteiten van de stichting die gericht zijn op hetbij- brengen van een bepaald besef en inzicht van Heemstedenaren over derde we- reldproblematiek. Het is een soort vormings- en ontwikkelingsaktiviteit die plaatsvindt op markten, op scholen en op twee of drie grote publieks- avonden in de gemeente. Die aktiviteit wordt ondersteund, dus vormings- en ontwikkelingswerk in de richting van de Heemsteedse bevolking. Naarhet oordeel van het college in december 1979 is er geen sprake van een indi- rekte subsidie, omdat er niet sprake is van een pand met enige economische huurwaarde. Maar zelfs als die er wel zou zijn dan ligt het toch volstrekt anders dan in het kader van het welzijn. In het kader van het sociaal-cul- tureel plan is sprake van het subsidiëren van een aktiviteit van deze or- ganisatie en geen subsidiëring in verdere organisatie of kosten van de so- Iidariteitswinkelhet is een volstrekt te scheiden aangelegenheid. Er zijn ook andere instellingen die op welke wijze dan ook gehuisvest zijn in bepaalde situaties die men toch subsidieert voor een bepaalde aktivi- teit. 25 februari 1982

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1982 | | pagina 13