I W' 'A
17
25 februari 1982
Mevrouw Van der Pas deelt mede dat haar fraktie inzake de solidari-
teitswinkel van memng is dat het pand wel degelijk economische waarde
heeft. Zij brengt in herinnering dat het. pand namelijk eerst verhuurd
zou worden aan een andere gegadigde. Zij kan zich voorstellen dat toen
op dat moment beslist is dat de soiidariteitswinkel gebruik zou kunnen
maken van het pand en de beslissing van de raad was dat dit om niet zou
gebeuren. Er zijn toen inmiddels door het g.t.b. ook kosten gemaakt om
het pand redelijk bewoonbaar te maken, daar staat dus een bedrag tegen-
over. Haar fraktie is van mening dat dit bedrag duidelijk op tafei moet
komen, want dan kan men namelijk aan de hoogte van dat bedrag beoordelen
of de solidariteitswinkeldie anders elders een onderkomen had moeten
zoeken, toch voordeel heeft van het om niet ter beschikking stelien van
het pand. Aan de hand daarvan kan beoordeeid worden of een aktiviteiten-
subsidie gegeven moet worden.
Ten aanzien van de opbouwwerker heeft de heer Borghouts gesteld: nu al-
weer de opbouwwerkerjullie waren al tegen. Spreekster deelt mede dat
haar fraktie ook nu nog tegen is.
De motie heeft zij ingediend omdat op dit moment over de aanstelling van
de opbouwwerker beslist wordt. Zij is van mening dat nu bezuiniging -
zij spreekt over strukturele bezuiniging voor 1983 en niet over 1982,
want die zijn gedeeitelijk struktureel en gedeeltelijk conjunctureel ge-
vonden, waarbij zij al opgemerkt heeft dat de hoogte van de bezuiniging
nog wel eens zou kunnen tegenvallen - betekent dat men een afweging kan
maken of men op bestaand beleid of nieuw beleid wii bezuinigingen. Bij
dat nieuwe beleid hoort ook goedgekeurd maar nog niet gerealiseerd nieuw
beleid en haar fraktie vindt nu éénmaal dat men daar ook de opbouwwerker
bij moet betrekken.
Zij brengt in herinnering dat aangegeven is dat er een bepaalde behoefte
aan een opbouwwerker bestond, hetgeen zij betwijfeld heeft. De raad heeft
toen de opbouwwerker goedgekeurd, maar er is een jaar lang geen reaktie
op gekomen, noch van de club- en buurthuizen, noch van andere instellin-
gen, integendeelhet initiatief is van de commissie planvoorbereiding
uitgegaan. Dat zegt toch wel iets over het hebben van behoefte aan. Haar
fraktie meent dan ook dat er riu weer een moment is waarop bezinning kan
plaatsvinden of er nu werkelijk wel behoefte is aan die opbouwwerker en
dat dit ook in de afweging tegenover andere projekten meegenomen zou moe-
ten worden.
De heer Borghouts heeft gevraagd waarom dan niet de vormingswerkster of
de G1ipakkommodatie, of zaken die nog niet zijn goedgekeurd genoemd wor-
den. Die worden per projekt ingebracht en kunnen al of niet goedgekeurd
worden, de vormingsv/erkster komt namelijk als projekt nog aan de orde.
Er is gesteld dat volgens C.R.M. het accrêspercentage is achtergebleven.
Dat is wel mogeiijk en dat onderkent haar fraktie ook welmaar van het
hele subsidiesysteem dat C.R.M. heeft ingesteld is gebleken dat het niet
werkte. De één kreeg teveelde ander te weinig en'sommigen helemaal niets.
Dat is ook één van de redenen geweest dat de decentralisatie heeft plaats-
gevonden, zodat de lokale overheid beter kan bekijken waar de subsidie
terecht komt en hoe gesubsidieerd moet worden. Die decentralisatie moest
budgettair-neutraal geschieden, waardoor de gemeente al een behoorlijk
groot bedrag uit eigen middelen daarvoor heeft aangewend. Zij denkt dat
het niet zinvol is nader in te gaan op wat er gebeurd zou zijn als dat
accrëspercentage niet was achtergeblevenwant het lijkt'heel eenvoudig
voor de instellingen om te zeggen dat men een x-aantal aktiviteiten had
willen plannen als het accrêspercentage hoger was geweest, maar dat is
nu éénmaal niet gebeurd. Zij denkt dat het het paard achter de wagen
spannen is en zij vindt het niet behoorlijk daardoor toch verwachtingen