19
25 februari 1982
bilair, apparaten, de omgeving, achtergebleven is. Spreker adviseert
eens te kijken hoe de oprit bij één van de instellingen eruit ziet,
waar oudere mensen gebruik van moeten maken om de deur te bereiken.
Meermalen is in deze raad naar voren gebracht dat gedacht moet worden
aan het niveau van de trottoirs en aan het onderhoud, want het is voor
ouderen uitermate gevaarlijk als er teveel onregelmatighederi inzitten.
Die situatie doet zich ook voor bij tenminste één instelling. Dat onder-
zoek is daarom zo beiangrijk omdat dat soort zaken er misschien vrel uit
kunnen komen. Er kunnen ook andere zaken uitkomen, dat sluit spreker
niet uit. Mevrouw Van der Pas stelt dat de inste'llingen wel kunnen zeg-
gen dat zij veel meer hadden moeten doen maar dat het niet mogelijk was
omdat de geidmiddelen ontbraken. Spreker meent dat er dan heel wat tijd
van de sociaal-cuitureei v/erkers over zou zijn, want als ze veel meer
aktiviteiten zouden kunnen uitvoeren dan is er kennelijk ruimte, hetgeën
er dan misschien ook wel uitkomt.
Wethouder Jager antwoordt met betrekking tot de solidariteitswinkel
dat in december 1979 inderdaad van de kant van het coliege is verklaard,
door de meerderheid van de raad ondersteund, dat er geen sprake was van
een reële huurwaarde van het betrokken pand. Spreker denkt dat als een
dergelijke uitspraak is gedaan men dan niet meer kan spreken van een in-
direkt subsidie aan de soiidariteitswinkel en dat dat dus voigens het col-
lege geen grond kan zijn om te stellen dat er al een indirekt subsidieis,
zodat men nu tegen de subsidiëring van deze aktiviteit kan zijn. Dat iijkt
spreker niet logisch. Overigens merkt hij op dat de V.V.D.-fraktie toen
ook een ander standpunt innam, dus van hun standpunt uit bezien is hetniet
onbegrijpelijk.
Wat betreft de opbouwwerker wijst spreker erop dat niet als argument daar-
voor aangevoerd mag worden dat het initiatief voor het totstandkomen van
dat voorstel is uitgegaan van de commissie planvoorbereiding. Hij denkt
dat men van het begin af aan geweten heeft dat op het moment dat er beslo-
ten werd dat de funktie opbouwwerker vervuld moest worden het initiatief
daarvoor, om dat tot stand te brengen en onder welke paraplu dat gebracht
moest worden, niet anders kon uitgaan dan van een orgaan als de plancom-
missie, omdat er instellingen hierbij betrokken zijn die verschillende
belangen kunnen hebben en men dus niet kan verwachten dat vandaar uitzon-
der meer tot een dergelijk initiatief gekomen zou worden en dus heeft de
plancommissie inderdaad het initiatief moeten nemen om dat allemaal op
één lijn en gecoördineerd tot stand te brengen.
Het enige wat spreker betreurt is dat de plancommissie, overigens op vol-
strekt honorabele gronden, niet in staat is geweest om dat eerder tedoen,
maar er lag ook veel ander werk dat gemaakt moest worden en vödr een be-
paalde datum klaar moest zijn. Het was dus een kwestie van prjoriteitstel-
ling in het werk van de plancommissie om het in deze volgorde te doen.
De voorzitter konstateert uit de diskussies dat er geen meerderheid is
voor de motie van mevrouw Van der Pas.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdeiijke stemming vastgesteld, on-
der aantekening dat de V.V.D.-fraktie geacht wenst te worden tegen het nu
aanstelien van een part-time opbouwwerker/ster te zijn.
V. Aansteliing part-time opbouwwerker/ster. (volgnr. 9)
Wethouder Jager deelt met betrekking tot de samensteiling van het bege-
leidingsorgaan mede dat in de raadscommissie een brief is behandeid van
het zogenaarade drie-besturenoverleg - het overleg tussen de besturen van
