29
25 februari 1982
zekerheid dat het stellen van dit soort normen ook inderdaad zai leiden
tot het gewenste resultaat en hij gelooft dat het ook goed is erop te
wijzen dat hier een eerste stap wordt gezet in de richting van het in de
hand houden van het gebruik van het water en vooral ook in de richtingvan
het positief beînvloeden van het vaargedrag in dat water, want dat is zeer
belangrijk. Als deze nieuwe normen toch nog niet tot het gewenste doel lei-
den, dan zai het coiiege zich moeten bezinnen op een tweede stap, maar
spreker hoopt dat dit niet nodig is.
Inzake de ontheffingsmogelijkheid is gesteld dat er eigenlijk geen onthef-
fing meer van gegeven moet worden en zeker niet voor de gangbare zand-
transporten. Dat is ook bepaald niet de bedoeling van het college. Het wi 1
de ontheffingsmogelijkheid aileen inbouwen voor heel bijzondere situaties,
bijzondere transporten, zoals die er ook in het verleden wel eens zijn ge-
weest, zoals een lading iange heipaien, hetgeen zich wei eens kan voordoen.
Misschien zou in zo'n schip dan ook nog wei eens zand kunnen zitten, maar
het gaat om bijzondere omstandigheden en dan wil het coliege de gelegen-
heid hebben om ontheffing te verlenen. Als zo'n ontheffing wordt gevraagd
dan is de tijd waarop het transport zal piaatsvinden ook bekend en dan is
de gemeente in staat haar deskundigen erbij te laten zijn.
Tensiotte deeit spreker mede dat men in het besluit onder 1b dient te le-
zen: "grenzen te stellen met betrekking tot de sneiheid en het motorvermo-
gen van vaartuigen in het algemeen". De 225 pk wordt hier niet met name ge-
noemd, maar "het motorvermogen" en dan wil het college dus invullen 225 pk.
Wethouder Wiliemse deelt inzake het onderzoek mede dat dit nog gaande is.
Een deelaspekt daarvän is in de iaatste werkgroep ruimteiijke ordening uit-
voerig besproken en komt dezer dagen naar het coliege voor een beoordeling
waarna de volgende stap genomen kan worden.
De heer Borghouts vraagt aan de wethouder of hij wel genoeg aan dat
onderzoek doet, want de meerderheid van de raad wil dat toch.
De heer Albrecht vraagt nogmaals waarom toch voorbij is gegaan aan het
g.t.b.-advies van de 6.60 m.
Wethouder Baar antwoordt dat er sprake was van een tweëerlei advies.een
provinciaai advies dat de 6.60 m. als een ideale afmeting aangaf, maar toch
een breedte van 7.50 m niet onverantwoord achtte, terwiji het g.t.b. zich
wel zo veilig voelde met 6.60 m. Daarom heeft het coilege in eerste instan-
tie 6.60 m.aangehouden. Nadat in de commissoriale behandeling de vraag naar
voren kwam hoe reëel wij bezig zijn, is men op 7.50 m.gekomen. Daarmee is
min of meer uitgesproken dat ook in de ogen van het coiiege een breedte
van 7.50 m.niet verantwoord is.
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VIII. 4e wijziging aigemene plaatseiijke verordening. (volgnr. 12)
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IX. Verhoging erfpachtscanon gronden Bosboom Toussaintlaan e.o. (volgnr.13)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
X. Uitbreiding laagspanningskabelnet Van den Eyndekade/Wipperplein.
(volgnr. 14)
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.