32
met zich mee zouden brengen en als het op deze manier opgelost kan wor-
den dan is zij daar verheugd over.
Ook de fraktie van de heer Van Amerongen is verheugd over dit voorstel
Wethouder Baar antwoordt dat het uiteraard leuk is dat dit op een vrij
eenvoudige en goedkope wijze is kunnen doen. Inzake de vraag of er al een
reaktie binnen is van provinciale Materstaat zegt spreker dat het college
van provinciale waterstaat zelfs nog geen reaktie heeft kunnen vragen om-
dat de tekeningen die op deze zaak betrekking hebben pas zeer recent ge-
reed zijn, maar na het besluit dat nu genomen gaat worden en wetende dat
intussen ook de tekeningen klaar zijn, zal de medewerking van de provincie
nu snel worden gevraagd.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XV. Monumenten en beeldbepalende gebouwen. (volgnr. 19)
Mevrouw Noorman brengt naar voren dat onze monumenten en beeldbepalende
gebouwen het gezicht van de geschiedenis van Heemstede en de hoofdstukken
uit onze plaatselijke cultuurgeschiedenis zijn, maar ze zijn niet alleen
geschiedenis. Als men zorgvuldig genoeg omspringt met dit cultuurgoed en
de gebouwen in stand houdt, beïnvloeden deze gebouwen ook de kwaliteit van
de bebouwing van nu en in de toekomst. Ze kunnen dan een extra prikkel zijn
voor de kreativiteit die nodig is om Heemstede haar kleinschal ige en waar-
devolle karakteristiek te laten behouden. Daarom moet men als gemeenschap
die hecht aan haar cultuurgoed, gebruikmaken van alle instrumenten die ten
dienste staan om de monumenten en beeldbepalende gebouwen in stand te hcu-
den. Spreekster acht dat een morele verplichtingniet alleen ten opzichte
van het verleden maar evenzeer gericht op de toekomst. De gemeente heeft
in deze tijd van meer gedecentral iseerd bestuur een eigen verantwoordel ijk-
heid in haar zorg voor waardevolie bebouwing. Het instrument dat de gemeen-
te ten dienste staat voor het in stand houden van haarmonumenten is een
monumentenverordening en een monumentenl i jst. De nu samengestel de lijstvan
monumenten en beeldbepalende gebouwen bevat zo'n 110 nummers, waarvan er
thans 44 op de rijksmonumentenl ijst staan en uit dien hoofde hebben ze een
bescherming. De overige 65 zijn niet beschermd.
De meerderheid van het college is van mening dat instelling van een monumen-
tenverordening en een monumentenlijst ook de vaststelling van een subsidie-
verordening betekent. In de ogen van spreeksters fraktie is dat niet juist.
Financiële aspekten van een monumentenverordening doen zich pas voor in-
dien de eigenaar van een objekt plannen heeft die dat objekt aantasten in
zijn culturele waarde of indien eisen aan het onderhoud gesteld worden van
die gebouwen die in redelijkheid niet door de eigenaar alleen opgebracht
kunnen worden. Pas op dat moment dient de gemeente zich af te vragen of Je
eisen die door de gemeente aan de eigenaar gesteld worden om het gebouw in
stand te houden in redelijkheid door de eigenaar alleen gefinancieerd die-
nen te worden. Hoe de gemeente in de financiële situatie van dat moment
het culturele gemeenschapsbelang afweegt tegen andere gemeenschapsbelangen
is een zaak van dat moment. Om nu zo'n belangrijk instrument als een monu-
mentenverordening als zand door de vingers te laten glipoen getuigt niet
van wijs beleid. De meerderheid van het college stelt nu voor het volume
van monumenten en beeldbepalende gebouwen via bestemmingsplar.nen te bescher-
men en wijst het instellen van een monumentenverordening en monumentenlijst
af. Niet het feitelijke gebouw, want dat kan men niet bescnermen via een
bestemmingsplan, maar het volume zou dan alleen beschermd worden en als men
dan ook nog bedenkt dat voor sommige gebouwen pas over een jaar of 1û of nog
25 februari 1982