35
25 februari 1982
de meerderheid van het coliege die dit voorstel heeft voorgelegd, niet
voldoende oog zou hebben voor de waarde van ons Heemsteeds cuituurbezit,
dat het gehele college zich in dezelfde mate bewust is van het behouden
van zaken die waard zijn om behouden te worden. Het is louter om het
feit dat het college de financiële konsekwenties niet aandurft om thans
een monumentenverordening vast te stellen. Er is geen enkei inzicht of,
en zo ja wanneer, er van rijkswege enige financiën tot de gemeenten ko-
men. Zelfs voor Heemsteedse monumenten die op de rijksmonumentenlijst
staan is het niet mogelijk één kwartje meer ios te krijgen voor het be-
houd daarvan. De grote zorg dat eventuele financiering voor het behoud
krachtens monumentenverordening alleen voor onze eigen rekening komt,
weerhoudt de meerderheid van het college thans een monumentenverordening
te doen vaststellen.
Met de heer Arnoldy meent spreker dat het voor eigenaren een zaak is die
zonder enige steun op een gegeven moment niet haalbaar is. Spreker wijst
ook op het aspekt een monumentenverordening vast te stellen zonder daar-
bij tegelijk mogelijkheden tot financiële tegemoetkoming op bepaalde mo-
menten te geven, dat zou op hetzelfde moment voor ai die panden, behalve
misschien die reeds op de rijksmonumentenlijst staan, een behoorlijke
waardevermindering tot gevoig kunnen hebben. Daar staat, als louter en
alleen een verordening wordt vastgesteld, niets tegenover. Ook spreker
heeft gelezen over de plannen van de staatssecretaris. Op hetzelfde mo-
ment dat er van de zijde van de ri jksoverheid mogel i jkheder. geschapen wor-
den in het kader van een eigen gemeenteiijk beieid, kan spreker zonder
meer namens het heie college toezeggen dat het vooraan zai staan om te
proberen daaraan mee te doen. Hij meent dat er toch al een hele stap ge-
zet is omdat er een inventaris is gemaakt, hetgeen maanden werk heeft ge-
kost. Dat werk hoeven we dus niet meer te doen. Komen er op een gegeven
moment mogelijkheden van de kant van het Rijk dan is Heemstede al klaar
met de lijst en hoeft alleen nog de verordening vastgesteld te worden.
Terecht is het aspekt ruimelijke ordening genoemd. Dat was precies het
punt waarvan de meerderheid van het college meende toch zoveel mogelijk
het bestand veiiig te doen steilen. Als mevrouw Noorman stelt dat het be-
stemmingsplan hoegenaamd geen mogelijkheden biedt, dan zegt spreker dat
natuurlijk met alle deskundige hulp die we middeis ons adviesbureau heb-
ben tot de bodem zal worden uitgezocht op welke wijze we in ae voorschrif
ten onze gebouwen zo goed mogelijk binnen het bestemmingsplan kunnen vast
leggen. Een heel duidelijk aspekt is inderdaad de taak van de weistands-
commissie, die zelf - alle leden hebben hieraan meegewerkt - deze lijst
heeft samengesteld. Elk bouwplan wordt beoordeeid door deze zelfde com-
missie, waarvan de leden ook grote zorg hebben voor waardevolle gebouwen,
enzovoort. Diezelfde commissie moet eventueel straks aanvragen beoordeien
van een wijziging of wat dan ook, of in het ergste geval misschien zelfs
een verzoek voor sloop. Het college heeft zelf de mogelijkheid een sioop-
vergunning al dan niet toe te staan. Het heeft thans de stelregei dat er
geen sloopvergunning wordt gegeven zonder dat daar een goedgekeurd nieuw
bouwpian tegenover staat. Dat betekenî dus dat als het college niet wii
dat een bepaald pandje verdwijnt er ock geen sloopvergunning wordt afge-
geven. De afweging thans zit tussen het algemeen belang en het belang van
eigenaren. De meerderheid van het college meent dat het thans het beiang
van de eigenaren niet voldoende kan beschermen als nu een monumentenver-
ordening zou worden vastgesteld. Vandaar dat de meerderheid zoveel moge-
lijk, met alle middelen die er maar gevonden kunnen v/orden in het kader
van de ruimtelijke ordening, deze zaak bij de bestemmingsplannen veiiig
wil steilen. Spreker heeft alie begrip voor de motivering van mevrouw