imiaar
nnU r-t J/rn> mmmf -vi
25 februari 1982
beperkte mogelijkheden van afwegen, namelijk bij de behandeling van het
sociaal-cultureel plan en het sociaal-cultureel programma.
Wethouder Jager merkt op dat daar wel een instrumentarium is om die af-
weging te maken en door het niet-vaststeilen van de monumentenverordening
wordt zelfs dat instrumentarium niet gecreëerd om die afweging te maken.
De heer Van Emmerik vindt dat dan overeind blijft wat hij gezegd heeft
over de afweging. Hij is blij met de toezegging van de wethouder dat zodra
er meer duidelijkheid is over de plannen van de centrale overheid, er dan
snel en slagvaardig gereageerd zal worden met het instrument dat dan wel
dienstig kan zijn van een gemeentelijke monumentenverordening met een bij-
behorende monumentenlijst als onverbrekelijk geheelUit de woorden van de
wethouder ieidt spreker af dat hij ook nadrukkelijk toezegt doeimatig en
voortvarend te zullen reageren binnen het kader van de mogelijkheden van'
de ruimtelijke ordening en het aanschrijvingsbeleid.
De heer Arnoldy merkt op niets om beleid te geven als er geen geld voor
is. Hij kan ook zeggen dat hij een beleid maakt en uitgeeft hetgeen waar
hij niet over beschikt. Dat is dan een beieid dat niet van zijn fraktie is.
Dat laat onverlet dat hij misbegrepen zou zijn indien men zou denken dat
zijn fraktie nu een afwachtende houding van het college aanbeveelt, in af-
wachting bijvoorbeeld van de volgende publikatie in de staatscourant, of
waar dan ook. Hij heeft wel degelijk bedoeld tot uiting te brengen dat er
geen sprake mag zijn van een passief beleid terzake, maar dat er een ak-
tief beleid zou moeten komen, gericht op het maken van een werkelijke mo-
numentenverordening op het moment dat dit een zinvolle zaak zai zijn.
Zo'n monumentenverordening mag bepaald niet meefunktioneren om eigenaren
van monumentenpanden te blokkeren in hun bescherming van hetgeen zij heb-
ben. Dat zou thans het geval zijn, daar zijn talloze voorbeeiden van. Eén
van onze buurgemeenten heeft inderdaad op deze wijze geprobeerd grote pan-
den in een monumentenlijst vattende te bewaren voor enig andere bestemming
of andere maatregelDat geeft aanleiding tot absoluut verlies aan kwaii-
teit van die panden want niemand kan ze onderhouden, niemand heeft daar het
geld voor, de eigenaar is geblokkeerd om er iets mee te doen. Men kan mo-
numentenzorg bedrijven op een wijze zodat men, ais men behoorlijk geid
heeft, alles kan ondernemen. Men kan ook door de omstandigheden gedwongen
zijn om dat te doen wat nog net haalbaar is. Dat redt men niet als men zegt
een monumentenverordening te willen en daar alles in opvoert wat men als
lijst aantrekkelijk vindt. Dat is niet realistischhoe graag iedereen dat
zou willen. Men kan niet alles bereiken. Als men in onze buurgemeenten en
ook eiders ziet hoe de zorg hoog gestegen is ten aanzien van monumenten-
zorg, ongeacht het al dan niet hebben van een monumentenverordeningdan
heeft het op dit moment inrichten van zo'n verordening niet veel praktische
waarde. Wel nodig is dat er kontakten v;orden gelegd met de ri jksdienst voor
de monumentenzorgzodat Heemstede bekend is en strak-s niet de situatie ont-
staat dat als er regelingen komen, Heemstede buiten de prijzen valt. Dat zai
ooit eens moeten gebeuren, want spreker gelooft niet dat het in Nederland
haalbaar zal zijn dat er geen monumentenbeleid meer mogelijk zal zijn.
Voor de heer Hofland is het onbegrijpeiijk dat als nu één aspekt naar vo-
ren komt bij deze zaak, dat het een financieel aspekt is. Daarmee vindt hij
het wel begrijpelijk dat men zeer voorzichtig is, maar er bestaat een eigen
gemeentelijke lijst en dat brengt geen financiële konsekwenties met zich
mee. Als de raad nu besiuit dat er ook een verordening klaar ligt, dan heeft
men evenmin enige financiële verpiichting. Naderhand kan men dan de koppe-
1ing leggen tussen deze twee en dan komt het pas, maar dat hoeft men dan
vV.W U1
37