Met medewerkers in vaste dienst of in tijdeiijke dienst voor lan-
ger dan 2 jaar wordt éên-maal per twee jaar een funktionerings-
gesprek gevoerd.
Vanzelfsprekend kan een chef niet met alle medewerkers op hetzelfde
moment spreken. De werkgroep stelt zich daarom voor dat een af-
deiingschef de vrijheid heeft een schema te maken waarbinnen ieder
één-maal per twee jaar "aan bod" komt, terwijl dit is verdeeld
over de twee jaar.
Als een medewerker tussen twee funktioneringsgesprekken in een
andere funktie krijgt of zodanige veranderingen in de werkomstan-
digheden dit naar de mening van het college van burgemeester en
wethouders of het hoofd van dienstrechtvaardigen, vindt een extra
funktioneringsgesprek plaats. Dit gesprek moet binnen 4 weken na
dit besluit piaatsvinden.
Bij medewerkers, die 55 jaar of ouder zijn, vindt geen funktione-
ringsgesprek plaats, zoals hierboven bedoeldo behoudens op verzoek
van betrokkene. In plaats daarvan komen gesprekken in het kader van
de pré-pensionering. Voor de frequentie en de aard van deze gesprek
ken wordt hier verwezen naar de nota pre-p_ensionering.
Naast deze tijdstippen is het vanzelfsprekend te allen tijde moge-
lijk om als medewerker tussentijds een funktioneringsgesprek aan
te vragen, mits dit minstens drie maanden nä of vôôr een gepland
funktioneringsgesprek plaatsvindt. Aan het begin van dit hoofdstuk
is al vermeld dat funktioneringsgesprekken in het algemeen regel-
matig door de direkte chef moeten plaatsvinden. Het kan echter ge-
beuren, dat een medewerker werkzaamheden (heeft) verricht onder
verschi1lende chefs.
In deze gevallen verdient het aanbeveling om een afspraak te maken
met welke chef het funktioneringsgesprek zal plaatsvinden, omdat
het de voorkeur verdient het gesprek met één chef te voeren.
Allêën als het ter verkrijging is van een grotere mate van objecti-
viteit lijkt het nuttig om meerdere superieuren te betrekken bij
het funktioneringsproceszulks in overleg met beoordeelde; ook dân
het echter raadzaam het gesprek door éên chef te laten voeren.
Als de onderlinge verhoudingen tussen de superieur en de medewerker
dit noodzakelijk maken of als om een andere reden dit gewenst wordt