4e afd. 25 maart 1982 25
TOELICHTING VASTSTELLING NIET-LANDGEBIEDEN (WET AGRARISCH GRONDVERKEER)
Het doel van dit besluit is tvreeledig. Enerzijds de beperking van de af-
gifte van niet-land verklaringen door de grondkamer, ariderzijds koper en
verkoper van onroerend goed, dat geen land is, een extra administratieve
procedure besparen. Bij dit besluit wordt een gebied aangewezen waarvan
wordt verklaard dat daarin uitsluitend of nagenoeg uitsluitend onroerend
goed gelegen is, dat duurzaam voor andere dan landbouwkundige doeleinden
wordt gebruikt, dan wel onroerend goed dat niet als natuurterrein dient
te worden aangemerkt. Het wel of niet aangewezen zijn van een stuk land
heeft geen ander rechtsgevolg dan dat de grondkamer bij de procedure van
vervreemding van niet-land niet behoeft te worden ingeschakeld.
Het besluit betekent dus alleen een aanmerkelijke vereenvoudiging van de
vervreemdingsprocedure van onroerend goed, waaraan de wet krachtens haar
doelstellingen geen beperkingen wii opleggen. Er wordt met nadruk opgewe-
zen dat het achterwege laten van de aanwijzing, dan wel een beperkte aan-
wijzing geenszins met zicli meebrengt dat alsdan voor overeenkomsten met
betrekking tot niet-Iand de zwaardere procedure die in de wet is voorzien
(art. 8 e.v.) voor vervreemding van land, van toepassing is. Het zou ech-
ter bijzonder ongewenst zijn, indien voor iedere transactie m.b.t. onroe-
rende goederen binnen de bebouwde kom, de grondkamer voor de afgifte van
een niet-land verklaring zou dienen te worden ingeschakeld.