29 april 1982
116
De opmerking in het plan over het prikkeldraad v/as abusievelijk overgeble-
ven van een eerder concept. Bij een volgende druk, mocht dat verschijnen,
zal deze opmerking eruit zijn. Het prikkeldraad zelf is inmiddels verdwe-
nen.
Inzake het toezicht en de P.H.-motie daaromtrent zegt spreker dat het col-
lege heeft gekonstateerd dat zich al geruime tijd in de raad een duidelijke
meerderheid te dezen aftekent, waarbij de meerderheid van het college en
raad vinden dat toezicht een heel belangrijke zaak is voor Groenendaal
dat zij konstateren dat er toezicht is, dat extra toezicht inderdaad be-
langrijk is, maar dat zij vinden dat het nu eenmaal geen integrerend be-
standdeel van het bosbeheersplan is en dat zij het dus een aparte kans
willen geven door middel van introduktie van dat extra toezicht door mid-
del van het opvoeren als projekt. In dat standpunt is geen verandering ge-
komen. De heer Weeteling heeft daarvan nog de uiterste konsekwentie voor-
gehouden dat als straks bij de begroting'zou blijken dat ook bij een hoog
scorend projekt er wellicht helemaal geen ruimte meer zou zijn, er niets
meer gedaan zou kunnen worden. Dan zou dat extra toezicht er inderdaad niet
kunnen komen. Daar is op zichzelf weinig tegen in te brengen. Spreker
plaatst er een kanttekening bij, namelijk als de nood van de gemeente in
financiële zin inderdaad zo hoog zou zijn gestegen dan zou men zich ook
kunnen afvragen of de f 40.000,--, waar het dan om zou gaan, inderdaad uit-
sluitend aan het wandelbos Groenendaal zou moeten worden besteed.
Tenslotte merkt spreker op dat hij niet zo'n dichter is als burgemeester
Van Lennep, hij is niet verder gekomen dan: "Verdwenen is de ooievaar, ver-
dwenen is de paling, gebleven is de grauwe mus, dat komt door de verschra-
ling. Hoevelen toch met ulevel, geworpen naar kabouter, bevuilden al de
waterdelde stouten worden stouter. Het elfenbankje biedt soelaas, dat
zegt de A.P.V., de koboltbromfiets maakt geraas, dat maakt ons niet tevree,
maar staan er paaltjes bij of palen, dan heerst er weer de rust, dan wij-
ken eindelijk de vandalen en wordt de recreant door het tere loof gekust".
De heer Weeteli ng heeft van de wethouder begrepen, dat met de geringe
uitbreiding van de parkeermogelijkheid bij het restaurant toch echt wel een
begrenzing is gemaakt aan de hoeveelheid parkeerruimte.
Wat betreft de sociale kontrole is spreker het in principe met de wethouder
eens dat de ene mens de ander op dat punt misschien zou kunnen wijzen op het
onjuiste van zijn gedrag. Spreker heeft echter niet zo'n optimistisch mens-
beeld. Niet omdat hij niet gelooft in de goede wil van mensen, maar hij
denkt dat mensen vaak piet weten hoe ze zich in de natuur te gedragen heb-
ben. Er is in onze maatschappij een soort vervreemding ontstaan ten opzich-
te van de natuur, men is heel ver van de natuur komen te staan. Dat blijkt
ook steeds weer als het gaat om bescherming van natuurgebieden. Het lijkt
vaak op achterhoedegevechten. De bescherming van de natuur komt vaak als
allerlaatste nog eens in het geding. Vandaar dat hij daar iets pessimistischer
over is.
Wat betreft het toezicht heeft hij eigenlijk geen argumenten gehoord waarom
de uitbreiding van het toezicht niet een geintegreerd deel van het beheers-
plan zou moeten zijn. Misschien dat hij dat nog in de laatste termijn mag
horen.
Mevrouw IJsselmuiden merkt inzake het parkeren bij de blinde muur op dat
de visie van de minderheid van haar fraktie deze is, dat het niet op de
eerste plaats ging om het creëren van parkeerplaatsen voor de tennissers,
want die kunnen wel lopen, maar om te bekijken of het verlies bij het res-
taurant verminderd kan worden.
Zij deelt verder mede dat haar fraktie met de motie niet akkoord gaat omdat