4e afd. 27 mei 1982 61
Artikel 2.
De commissie bestaat uit:
a. een door burgemeester en wethouders aan te wijzen beeldende kunste-
naar;
b. een door de raad uit zijn midden aan te wijzen lid;
c. een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lid, niet zijnde
beeldende kunstenaar, dat op het terrein van de beeldende kunst des-
kundig is.
Artikel 3.
1. De zittingsduur van de in artikel 2, lid 1 onder b en c genoemde leden
is gelijk aan die van de gemeenteraadde eerste periode loopt tot de
eerste dinsdag van september in jaar 1986; de zittingsduur van het in
artikel 2, lid 1 onder a genoemde lid is 1 jaar; de eerste periodeloopt
voor dit lid tot 1 januari 1984;
2. herbenoeming na een tijdvak van vier respektievelijk één jaar is moge-
1 i j k
3. de leden kunnen te allen tijde ontslag nemen; zij geven hiervan schrif-
telijk kennis aan burgemeester en wethouders;
4. degene, die tussentijds aftreedt, biijft zitting houden als lid van de
commissie, tot dat in de opengevallen plaats is voorzien;
5. bij het tussentijds ontstaan van een vakature wordt daarin zo spoedig
mogelijk voorzien.
Artikel 4.
De commissie kiest zelf de voorzitter uit haar midden en bepaalt haar
werkwijze.
Artikel 5.
De commissie wordt in de vervulling van haar taak bijgestaan door een se-
cretaris, die geen lid van de commissje is.
De secretaris wordt door burgemeester en wethouders uit het gemeenteperso-
neel benoemd.
Ai1e stukken ter uitvoering van door de commissie genomen besluiten worden
door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
-4-