27 mei 1982
152
bruik, een toepassing van een bepaalde systematiek die ertoe leidt dat
er minder beslag wordt gelegd op de schaarse fossiele brandstof.
Dit besluit past ook volledig in het Heemsteedse energiebesparingspro-
gramma. Niemand heeft dit overigens ontkend. ftileen dit feit beteker.t
al een zekere rechtvaardiging voor een onttrekking van een bepaald be-
drag aan de eiektriciteitsreserve, namelijk uit dat deei van de reserve
waarvan in het verleden al gezegd is dat deze zou worden bestemd in de
sfeer van energiebesparing en alternatieve vormen van energiegebruik.
Maar dat alleen vaststellen is niet voldoende want het is ook moeilijk
vanuit een dergelijke redenering bijvoorbeeid een bepaald bedrag in te
vullen. De één zal zeggen dat die symbolische handeling ook vertaald kan
worden met een gulden en een ander zal zeggen dat men ook een stuk sym-
boliek tot uitdrukking kan brengen door twee ton beschikbaar te stellen.
Misschien is deze scala van mogelijkheden wel de oorzaak geweest van het
feit dat het college in het midden is gaan zitten. Maar daar kan het na-
tuurlijk niet bij blijven, dit is op zichzelf onvoldoende rechtvaardiging
om een bedrag van deze orde van grootte aan de elektriciteitsreserve te
onttrekken.
De heer Arnoldy heeft gezegd dat er toch wel sprake is van een experiment,
terwijl de heer De Jong onderkent dat het hier gaat om een nieuwe c.q.
alternatieve vorm van energiegebruik en toepassing en dat er gesproken
zou kunnen worden van een wat groter risico. De gedachten van het college
gaan in de richting van het wat grotere risico dat men in zo'n geval neemt
juist ook met het oog op het feit dat het hier gaat om een nieuwe experi-
mentele toepassing. De berekeningen zeggen dat men in 6 7 jaar de inves-
tering kan terugverdienen. Dat zijn berekenirigen terzake van een instalia-
tie waarmee niet zo veel ervaring in den lande is opgedaan. Het zou ook
kunnen zijn dat het wat tegenvalt, zeker als er ook nog sprake zou zijn,
wat overigens een heel gunstige ontwikkeling mag worden, van lagere aas-
c.q. olieprijzen dan aanvankelijk werd verwacht.
Dat is de belangrijkste reden en ook de belangrijkste rechtvaardiging
voor onttrekking van een bedrag van f 100.000,-- uit de elektriciteits-
reserve voor dit doel
De heer Van Amerongen hoort nu wat het beiangrijkste argument is, name-
lijk het mogelijke nsico dat men zou lopen. De heer De Jong heeft terecht
gezegd dat het gaat om een voorziening waarvan men nu niet kan zeggen dat
het iets volstrekt nieuws is waar in den lande nog geen ervaring mee is
opgedaan. De cijfers die aangeven in hoeverre deze investering als renda-
bel kan worden aangemerkt zijn toch ook wel redeiijk betrouwbaar te noemen.
Het is bovendien zo dat volgens die cijfers met deze investering niet quit-
te wordt gespeeld, maar dat er zelfs nog op verdiend wordt. Het is natuur-
lijk mogelijk dat het in de toekomst toch wat zou kunnen tegenvalien.
Spreker denkt dan niet direkt aan verlaging van de gasprijzen, hij gelooft
dat men daar niet zo snei op hoeft te rekenen, maar er kan misschien iets
anders aan de hand zijn. Maar om er dan bij voorbaat van uit te gaan dat
die risico's ook werkelijkheid gaan worden, lijkt hem iets te ver gaan.
Men zou eraan kunnen denken om in ieder geval vooraisnog uit te gaan van
de cijfers die toch door een ieder als redelijk betrouwbaar worden geacht
en dat men dan op termijn zou kunnen beslissen dat als in de praktijk
blijkt dat de exploitatie toch niet rendabel is, men dan op dat moment be-
sluit een deei van de reserve te gaan gebruiken. Dat lijkt hem een wat
logischer benadering dan dat men er bij voorbaat al van uitgaat dat de ver-
wachtingen niet bewaarheid zullen worden.
De heer Reeringh verschijnt te 21.40 ter vergadering.