157 27 mei 1982 en bekwaamheid van de mensen die bereid zijn eraan te sjouwen op het po- litiek terrein. Ais je deze manier van werken kiest dan kan dat alleer. met een deskundig funktioneren. Zodra dat zou komen te ontbreken en zo- dra het enthousiasme en een zekere begeestering zou komen te ontbreken waarmee men het poiitieke handwerk verricnt, dan ziet het er slecht uit. Het is dan ook met een zekere zorg dat we zo hier en daar om ons heen op allerlei niveaus van het overheidsgebeuren kunnen zien dat er mensen afhaken. Dat vind ik een zorgwekkend verschijnselJe kunt alleen maar zeggen dat het erg fijn is dat jij niet afhaakt maar dat je zelfs be- reid bent grotere verantwoordelijkheid te riragen. Laten we er verder maar niet te pathetisch over doen. îk heb het al vrij zwaar gezegd, maar ik dacht dat het ook wel gezegd mag worden. Nu wil ik even naar de toe- komst kijken en ik heb aan de direkteur van de bibliotheek gevraagd of er iets van Kuiîenburg in het archief lag. Daar kwam een hele stapel uit veel te veel dan ik in een kort afscheidswoord kan gebruiken, maar ik be gin dan toch met een gedichtje om je aîvast te wennen aan je nieuwe ge- meente. Wat is dat nu voor soort. gemeente?. "Oud-Kuilenburg, gij zijt een schone en wondere stad, die binnen uwe muur drie kleine stenen vat, men kan met het grootste recht u drie of driestad noemen, gij moogt op ouder dom, gezag en aanzien roemen". Wat moet een VPRO-voorzitter nu in zo'n piaats?. Maar als je dan verder leest en je ziet wat een geweîdige ge- schiedenis die plaats heeft gehad - ik heb daar in de buurt gewoond en weet dus wel enigszins wat voor soort plaats dat was - en aîs je îeest over de mensen die het voortgebracht heeft en de roî die het gespeeld heeftdan kom je eens te meer voor het verbazingwekkende feit te staari dat Nederland met name in de allermooiste en beste periode, 17e eeuw, waar we de grootste uitstraling in de wereld hebben gehad op aîîe gebied kwam uit heel kleine stadjes en dat die kîeine stadjes over de.heîe we- reld hun uitwerking hadden. Daar was Kuiîenburg er één van. Kuiîenburg heeft met name overzee - heel merkwaardig terwijl het geen stad aan zee was - geweldige mensen voortgebracht. Men heeft mij verteld dat er in D166 een zekere paniek is uitgebroken toen ze hoorden dat de heer Jager burgemeester werd in Kuilenburg, want dat bracht de partij voor het probleem van Jan van Riebeeck. Jan van Rie- beeck is de stichter van de Kaapkolonie. De Kaapkolonie is het eerste stuk van Zuid-Afrika en dat gaf toch wel de nodige politieke verwikkelin- gen. De heer Jager moet nu in het vervolg Jan van Riebeeck in de vaart der Nederlandse volkeren brengen, daar is een commissie voor benoemd. Ik ben erg benieuwd hoe ze eruit komen, maar ik ben ervan overtuigd dat de heer Jager in staat zal zijn dat probleem op te îossen, want dat dit wel een probleempje is dat heb ik inmiddels wel begrepen als ik zo het één en ander vooral in de recente tijd heb gelezen over het Van Rie- beeckhuis. Overigens niets ten kwade van Van Riebeeck, want het is na- tuurîijk een groot man geweest, zoals Van Diemen, die ook door Kuilen- burg is voortgebracht en destijds Tasmanië en half Austraîië heeft ont- dekt, ook een groot man was. Er zijn heel interessante voorgangers van u geweest. Daarvan is één persoon me erg opgevallen. De heer Antonie Govert van Gaasbeek, overleden in 1688, procureur en notaris, burgemees- ter van Kuiîenburg, schaakte en trouwde Catharina Kraaivork. Toeri ik dat las dacht ik: Michel, daar moet je wat meer aan doen en on- derzoeken wat voor man dat nu geweest is, want dat vind ik toch wel ui- termate interessant juist in deze tijd: schaakte en trouwde. Is dat nu een progressieve zaak, die in overeenstemming is met de emancipatie of niet, je kunt het naar beide kanten uitleggen, ik ga er niet al te diep op in, maar het is een lezing voor het plaatselijk vrouwencafé waard om daar dieper op in te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1982 | | pagina 36