221
26 augustus 1982
Tenslotte één ding nog. Excuses aan ieder aan wie ik door mijn werken op
welke wijze dan ook tekort zou hebben gedaan en met name wil ik dat toch
wel doen tegenover mijn kinderen. Ik ben me ervan bewust dat ze tekort
hebben gekregen doordat ik voor al dit werk zoveel weg ben geweest.
Alleen hoop ik één ding: de meesten hebben vanavond deze hele avond mee-
gemaakt, die hebben de woorden van onze voorzitter mogen horen, die heb-
ben mogen zien hoe dankbaarheid voor wat ik gepoogd heb te doen tot uiting
is gekomen in deze eremedaille, ze zijn er ook getuige van geweest toen
ik de koninklijke onderscheiding in ontvangst mocht nemen, ik hoop dat
dat een klein beetje zal kunnen vergoeden. Ik zal de toekomst van de ge-
meente, van uw werken, graag blijven volgen. Mogmaals heel hartelijk dank
aan een ieder aan wie ik op v:elke wijze dan ook maar enige dank verschul-
digd ben. Ik wens u heel veel sterkte toe voor de nieuwe periode, het zal
niet eenvoudig zijn. Op het ogenblik ben ik nog een beetje betrokken bij
de voorbereidingeri voor de nieuwe begroting, ik heb in de keuken mogen
kijken en daarom durf ik te zeggen: het zal niet eenvoudig zijn, maar ik
ben ervan overtuigd dat de nieuwe raad zich met vol élan zal zetten aan
het werk en ik hoop dat ze ieder, korter of langer, toch dezelfde bevre-
diging aan het eind mogen vinden die ik vanavond ondervind." (applaus).
(De voorzitter overhandigt de heer Willemse de prent).
De heer Van Emmerik: "Na het indrukwekkend dankwoord van onze wethou-
der durf ik eigenlijk niet veel meer te zeggen, maar ik wil wei graag van
de gelegenheid gebruik maken om toch nog een laatste woord als raadslid
te spreken. Als op 7 september a.s. bij het aantreden van de nieuwe raad
mijn 1 idmaatschap van de Heemsteedse gemeenteraad formeel eindigt. heb ik
er prec-ies 11 jaar opzitten. Een korte tijd als je dat vergelijkt met wat
mijn fraktiegenoten Gerard willemse en Martin van der Hulst tot r.u toe
achter de rug hebben, maar ik vind het zelf een zeer fraai getal. Boven-
dien heb ik voorkeur voor afwijkende cijfers en ook voor andere afwijkende
dingen, daar bent u bij het doornemen van mijn levensgeschiedenis ook op
gestoten heb ik begrepen en ik kan me goed voorstellen dat u hier en daar
enige vraagpunten had, die heb ik zelf trouwens ook, maar daar ga ik nu
verder niet op in. Wat de periode betreft die ik nu heb doorgemaakt, het
was een periode waarin de aard van het raadswerk grondig veranderde.
Toen ik in de raad kwam was het voorai kritisch volgen, soms misschien
wel hinderlijk volgen, van wat het college van burgemeester en wethouders h
ondernam. Dat volgen geoeurde op bekwame manier, maar het had zijn beper-
kingen. De gekozen raad wilde zich echter profileren als hoofd van de ge-
meente - u heeft er straks in uw algemeen afscheidswoord ock al op ge-
zinspeeld - meer vat krijgen op het beleid en greep daarvoor naar het mid-
del van de integrale beleidsplanning. Dat was een koene daad. In het alge-
meen was er nog weinig ervaring op gemeentelijk niveau met dit bestuuriîjk
procedé, er zaten risico's aan, er was ook sprake van vallen en oostaan in
de praktijk, maar als ik nu terugblik zeg ik met volle overtuiging dat wij
hier in Heemstede een systeem ontwikkeld hebben, ik zuu haast geneigd zijn
te zeggen een uniek systeem, waarom de-ons omringende randgemeentenzoals
Haarlem en Amsterdam, enzovoort, ons mogen benijden. Dat systeem is uit
ons Heemsteeds bestel niet meer weg te denken. De komende raad en ook de
daarna komende raden rnoeten er mijns inziens zuinig op zijn. Za zullen
er zich wel steeds kritisch op mceten bezinnen, zoals wij dat ook-in de
afgelopen jaren vocrtdurend hebben gedaan. Gebreken die zich voordoen ver-
helpen, het aan nieuwe eisen en behoeften aanpassen.
Een punt dat men echter wel goed dient te beseffen is dat een zorgvuldige
weloverwogen beleidsplanning het spektakulaire van de politieke stunt mist
