222
en bij de buitenwacht gemakkelijk overkomt als ondoorzichtigmisschien
wel saai. We moeten ons daardoor niet van de wijs laten brengen.
Wei geloof ik vanuit mijn professionele deskundigheid van voorlichter
dat hier een beiangrijke taak voor de gemeentelijke vocrlichting ligt.
Het moet mogelijk zijn, heb ik zo het idee, het bijzondere, het boeien-
de en het effektieve karakter van deze wijze van besturen naar buiten
duidelijk te maken.
Tot siot, ik heb 11 boeiende en leerzame jaren in de gemeenteraad mee-
gemaakt. Bij mijn weten heb ik nooit met iemand ruzie hoeven te maken.
Bij alle meningsverschillen bleef het collegiaal.
Een bijzonder woord van dank nog aan alle ambtelijke medewerkers met wie
ik te maken heb gehad. Zij zijn de vaste en bekwame kern waar deze bij-
zondere gemeente op drijft. Wat mijzelf betreft, ik heb het idee dat ik
een onvoorstelbare hoeveelheid vrije tijd tegemoet ga in de avonduren
en de weekeinden. Ik ga nu eerst maar eens bedenken hoe ik die zal op-
vullen, met toch wel enige weemoedige herinnering aan de voorbije 11 jaar,
vooral ook aan de mensen met wie ik heb mogen kennismaken en met wie ik
heb mogen werken, want dat vind ik nog altijd het belangrijkste, dat je
met mensen omgaat en dat je met elkaar goed omgaat.
Ter afsluiting wi 1 ik u, mijnheer de voorzitter, nog bijzonder danken voor
het persoonlijk woord dat u tot mij gesproken heeft en niet het minst voor
het geschenk dat u me overhandigd heeft, omdat mij dat reeds op het eer-
ste gezicht en dat zal ook verder zo zijn, bijzor.der aanspreekt en ik ver-
zeker u dat het een goede plaats in onze woning zal krijgen."
(applaus)
De heer Hofland: "Hartelijk dank, mijnheer de voorzitter, vocr uw goe-
de woorden gesproken bij mijn afscheid en in het bijzonder ook de mooie
herinnering die we meekregen in de vorm van de ets van het mooie plaatsje
dat nog in de oude situatie getekend is.
Ik wil kortheidshalve mijn dankwoord kort houden en eigenlijk zeggen dat
ik in de afgelopen 7 jaar hier zeer prettig en zinvol heb kunnenwerken.
Ik heb inderdaad nooit zoveel hoeven zeggen, vaak is dat soms in commis-
sies wel wat meer gebeurd en ook in de C.D.A.-fraktie. Maar ik wil bij
mijn afscheid uitdrukkelijk zeggen dat ik bijzonder op prijs gesteld heb
de goede manier van omgaan in deze raad, de vriendschap en het vertrouwen
dat ik hierook gekregen heb. Vandaar dat er in de afgelopen 7 jaar toch
wel een heel goede samenwerking geweest is.
Ik wens u toe, de nieuwe raad, mede ook de ambtenaren, voor de komende
raadsperiode veel sterkte." (applaus).
De heer De Jong: "Ik moet u nu denk ik enigszins teleurstellen.
Ik heb uit eerste alinea van de woorden die u tot mij hebt gericht
enigszins in de gebiedende wijs horen zeggen dat De Jong lacht. Dat doet
hij vanavond niet, om uit te drukken dat het vanavond ook een avond is
van afscheid nemen en dat doet toch wel een klein beetje zeer. Daarmee
wil ik uitdrukken dat ik de afgelopen 8 jaar - vanaf 1974 heb ik het
voorrecht gehad om van deze raad lid te zijn - als een bijzondere periode
wil kenschetsen, zowel bestuurlijk als persoonlijk. Het is al bij ver-
schillende gelegenheden gezegd, maar iets van die ervaring zal altijd
bijblijven. Ik heb begrepen dat ik zowel in deze raad als in de C.D.A.-
fraktie op een bepaalde manier heb geopereerd. Het is mijzelf niet altijd
opgevallen, anderen hebben me er wel eens op gewezen maar dat was dan in
een ander verband, maar in ieder geval ben ik mijn fraktie denkbaar dat
zij mij wat dat betreft in de gelegenheid hebben gesteld op deze wijze
te kunnen opereren. Daarbij kunt u ervan verzekerd zijn dat het in de
26 augustus 1982