2e a'd. 30 september 1982 104
3. Op de geleende hoofdsom, groot f 3.000.000, zal de Gemeente in de
jaren 1984 t/m 2003 telkens f 150.000,- aan de Geldgeefster terug-
betalen. De aflossingen zullen geschieden op 2 januari van elk jaar;
de eerste aflossing zal derhalve plaatshebben op 2 januari 1984.
4. Vdör 2 januari 1992 is het de Gemeente niet toegestaan tot gehele of
gedeeltelijke vervroegde oplossing der lening over te gaan.
Op deze datum en vervolgens uitsluitend op de aflossingsverschijnda-
gen heeft de Gemeente het recht meer dan het overeengekomen jaarlijk-
se bedrag af te lossen dan wel tot algehele aflossing der lening over
te gaan, mits van haar voornemen daartoe tenminste drie maanden tevc-
ren schriftelijk aan de Geldgeefster wordt kennis gegeven.
Bij gebruikmaking van dit recht vöor 2 januari 1997 moet de Gemeente
°ver en tegelijk met het extra af te lossen bedrag een vergoeding van
5% en op of na deze datum een vergoeding van 3l betalen.
De extra afgeloste bedragen zullen in mindering komen op de laatste
aflossingstermijn, daarna op de vddrlaatste en zo vervolgens.
5. Alle betalingen van rente en aflossing en van al hetgeen de Gemeente
verder terzake van deze lening verschuldigd zal zijn, zullen geschie-
den vrij en zonder kosten voor de Geldgeefster, zonder korting of
schuldvergelijking, in gangbaar Nederlands courant, door overschrij-
ving op de rekening, nummer 51.91.16.100, van de Geldgeefster bij de
Algemene Bank Nederland N.V., kantoor Herengracht, 's-Gravenhage, of
op een andere door de Geldgeefster tijdig op te geven betalingsplaats
hier te lande. Geen kwijting zal kunnen worden gevorderd door de Ge-
meente, vödr en aleer de verschuldigde bedragen in het bezit van de
Geldgeefster zijn. De betalingen zullen gerekend worden allereerst
te zijn geschied ter voldoening van de kosten, vervolgens van boeten,
daarna van vergoedingenvervolgens van renten en het laatst van de
aflossing op de hoofdsom.
6. Indien de Gemeente het aan rente en/of aflossing verschuldigde niet
op tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zal hebben vol-
daan, zal de in artikel 2 genoemde rente doorlopen tot aan de dag der
voldoening van al het verschuldigde en zal de Gemeente daarenboven
aan de Geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan 1J%per
maand van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid,
waarbij een gedeelte van een maand voor een volle wordt gerekend.
-3-
