272
begonnen met het gigantische karwei om te proberen het financieringste-
kort terug te dringen. Wat dat zal gaan betekenen voor de gemeente Heem-
stede is nog niet met zekerheid te zeggen, maar de con.touren ervan begon-
nen zich in de laatste maanden nog eens extra scherp af te tekenen. De
financieel-economische toestand noodzaakt ongetwijfeld tot ombuigmgen.
Ook de lagere overheden moeten daarin hun aandeel leveren. Kortingen
en bijstellingen vinden dan ook plaats op zowei de aigemene als de speci-
fieke uitkeringen uit het gemeentefonds. Hoe triest dit ook is, de troost,
zij het een schraie, is dat alle gemeenten min of meer evenredig getrof-
fen worden. Indien de gemeenten in verhouding meer zouden moeten ombuigen
dan het rijk, dan heeft mijn fraktie daar ernstige bezwaren tegen.
Niet alleen de dreigende ombuigingsoperatie, maar nog een aantal andere
dreigende beperkingen van- de beschikbaar te stellen middelen verd.ent
aandacht. Volgens het ontwerp voor een nieuwe Financiële-Verhoudmgswet
zal er voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds een
groter accent kdmen te liggen op de faktor "bebouwing" (d.w.z..de inten-
siteit daarvan) en een kleiner accent op de faktor "inwonersaantaI
Beoogd wordt eén voor het rijk budgettair-neutrale operatie, dus een her-
verdeling van de thans voor alle gemeenten tesamen beschikbaar gestelde
middelen. Een deel van de gemeenten gaat er daardoor op vooruit en een
ander deel op achteruit. Een klein aantal gemeenten - waaronder Heemstede
- wordt daarbij erg zwaar gepakt. De Raad voor de gemeentefinanciën heeft
deze herverdei ing als urgent gekwalificeerd en heeft op enkele details
na gunstig geadviseerd over het voor-ontwerp. Mijn fraktie vindt de voor
Heemstede dreigende vermindering met maar liefst 15% evenwel niet accep-
tabelWe hebben gelezen dat burgemeester en wethouders een onderhoud
over deze zaak bij de V.N.G. zouden aanvragen. Is dat onderhoud al aange-
vraagd of heeft het zelfs al plaatsgevonden? In het laatste geval kan het
college wellicht iets vertellen over de resultaten ervan. Mijn fraktie
vindt het redelijk dat voor een aantal grotere gemeenten een hogere uitke-
ring is bevochten, maar zij vindt het ook redelijk dat de V.N.G. zich in-
zet om de schade voor de onevenredig zwaar getroffen gemeenten tot een
achteruitgang van bijv. 5% te beperken. Deelt het college deze mening?
Intussen is het ook de bedoeling van de nieuwe Financiële-Verhoudingswet
dat er meer geld via de algemene uitkering en minder via de specifieke
uitkeringen zal worden verdeeld. Daartoe zal worden gesnoeid in het aan-
tal specifieke uitkeringen. De laatste tijd wordt voorts veel gesproken
en geschreven over decentralisatie van taken van het rijk naar de pro-
vincies en de gemeenten. Maar er bestaan vermoedens dat die op zich ge-
wenste overdracht van taken niet gepaard zal gaan met overdrachL van de
voor een goede uitvoering daarvan noodzakelijke middelen. Over de vraag
of een grotere zelfstandigheid financiële offers waard is, zullen de
meningen verschillen.
Hoe dienen nu die dreigende beperkingen van de middelen te worden opge-
vangen? Is in dit verband bijv. elke verhoging van de onroerend-goedbe-
lasting acceptabel? Het Heemsteedse regeerakkoord van de afgelopen zomer
laat gelukkig iets anders zien. In beleidsintentie 13 hebben we ons voor-
genomen om ondanks de sombere vooruitzichten de onroerend-goedbelasting
slechts met het inflatiepercentage te verhogen. Maar zelfs lastenverho-
gingen in overeenstemming met het inflatiepercentage kunnen leiden tot
extra offers voor de burger, nlvoorzover salarissen en lonen worden
bevroren of met minder dan het inflatiepercentage worden verhoogd.
In overeenstemming met ons program wil mijn fraktie trachten de lasten-
verhogingen zo beperkt mogelijk te houden en dat zeker voor de financieel
meest kwetsbaren.
25 november 1982