294
dan moet men zeggen dat er thans 'in Heemstede alleen bijna 400 werklozen
zijn. Een deel daarvan maakt aanspraak op een w.w.-uitkering, na een half
jaar w.w. volgt de w.w.v., dat duurt 2 jaar en vervolgens de r.w.w.
A1s gemeente hebben we te maken met langdurig werklozen, werklozen die
minimaal een half jaar werkloos zijn. Wat de ontwikkeling in Heemstede
wat de w.w.v. betreft deelt spreker mede dat dit er een jaar geleden 52
waren, nu zijn het er 105, dus een verdubbeling in één jaar. R.w.w., een
jaar geleden 37, nu 84, meer dan een verdubbeling en van die 84 zijn er
een kleine 50 schoolverlaters. Dus als men alleen al naar de cijfers kijkt
is het een heel goede zaak als men prioriteiten wil leggen bij de jeugd-
werkloosheid. Wat de ongeveer 50 schoolverlaters betreft zegt spreker te
verwachten dat er per 1 januari nog enige tientallen bij zullen komen.
Wat kan men in Heemstede daaraan doen? De heer Borghouts heeft er ook op
gewezen dat de gemeente weinig instrumenten heeft.~Maar ook met beperkte
instrumenten zal men moeten doen wat men kan doen. Beleidsintentie 36
geeft daar ook uitdrukking aan.
In dit verband vraagt de heer Borghouts om voortvarendheid en besluitvaar-
digheid. Maar hij geeft daarbij meteen het knelpunt aan: de ambtelijke ka-
paciteit. Het bureau v/elzijn is zv/aar belast, het is geen sinecure geweest
een sociaal cultureel plan en- programma op te stellen. Er wordt dus ge-
steld dat er dan prioriteiten gesteld zullen moeten worden, er zal meer
ruimte gemaakt moeten worden om plannen te ontwikkelen om iets te kunnen
doen aan het probleem van de werkloosheid en in het bijzonder aan het pro-
bleem van de jeugdwerkloosheid. Bij meer ruimte maken moet men denken aan
het feit dat men nu kan zeggen dat er wel een vorm, een hechte basis voor
de welzijnsplanning is gevonden, hetgeen veel tijd en moeite heeft gekost,
maar die vorm is toch niet definitief en daar zit misschien ook nog wel
ruimte in, ambtelijke kapaciteit, want als men praat over het verder ont-
wikkelen van de vorm van de welzijnsplanning dan kan men ook denken aan
het vereenvoudigen daarvan. Spreker heeft begrepen dat de rijksoverheid
ook voornemens is de voorschriften ten aanzien van die hele planning te
gaan vereenvoudigen. Daar staat weer tegenover dat de raad morgen moge-
lijkerwijs gaat beslissen om ook de maatschappelijke dienstverlening on-
derwerp te laten zijn van de welzijnsplanning. Maar al met al, het pro-
bleem van de jeugdwerkloosheid is zo belangrijk dat men alleen al om die
redenen moet proberen ten aanzien van het belangrijke stuk werk van die
welzijnsplanning toch mogelijk een stapje terug te doen en het accent
in het werk te gaan verleggen. Ook het college denkt in deze richting.
Op het moment is het druk doende met een inventarisatie van plaatsings-
mogelijkheden in de gemeentelijke organisatie en besteedt het ook aan-
dacht aan mogelijkheden die worden aangedragen, zoals het initiatief van
de streekschool Kennemerland voor beroepsbegeleidend onderwijs en het
brugjaarprojekt van het Oude Posthuis. Over dat laatste is recent een
brief binnengekomen en het streven is er op gericht zo spoedig mogelijk
die zaak in het college te bespreken. Mede in verband met dat brugjaar-
projekt - dat geldt ook voor het projekt van de streekscnool - heeft de
heer Borghouts gesproken over de sol1icitatieverplichting, met name dat
het antwoord op de desbetreffende vraag toch wel voorzichtig geformuleerd
is. Spreker denkt dat het zo is, maar desondanks toch wel duidelijk.
Volgens de door het rijk gestelde regels behoort iemand die recht heeft
op een w.w.v,- of r.w.w.-uitkering beschikbaar te zijn voor de arbeids-
markt. Dat is de situatie thans. De gemeente kan binnen bepaalde marges
bepalen hoe daar inhoud aan kan worden gegeven. Afhankelijk van de indi-
viduele omstandigheden wordt daarbij zeker soepelheid betracht en daar-
bij zijn de mogelijkheden voor iemand op de arbeidsmarkt ontegenzegge-
25 november 1982