2e afd.
GEWIJZIGD EXEMPLAAR
26 noveraber 1982
3F WIJZIGING VERORDENING ONROEREND-GOEDBELASTINGEN
121
Oe raad van de qeneente Heerastede;
qelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
nelet op de artikelen 272 en 273 van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volnende
"ERORDEMING TOT 3E WIJZIGING VAN DE VERORDENING ONROEREND-GOEDBELASTINGEN
Artikel 1
De leden 1 en 2 van artikel 3 worden als volgt gewijzigd:
1. een onroerend goed dan wel het onroerend goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder
begrepen de cndergrond van dat eigendom en van die aanhorigheden -
en met zijn cngebouwde aanhorigheden;
b. een ongebouwd eigendom, niet zijnde de ondergrond of een aanhorig-
heid van een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorigheden -
daaronder begrepen de ondergrond van die aanhorigheden - en met
zijn ongebouwde aanhorigheden
c. indien geaeelten van de onder 1 of 2 bedoelde eigendontmen, andere
dan de gedeelten van een onroerend goed als bedoeld in artikel 2,
tweede lid, ietter b van het "Besluit gemeentelijke onroerend-goed-
belastingen" blijkens hun indeling zijn bestemd om als een afzonder-
lijk geheel te worden gebruikt: elk als zodanig bestemd gedeelte, met
dien verstande dat indien twee of raeer van die gedeelten tezamer, als
een gaheel worden gebruikt, die als zodanig gebruikte gedeelten als
één onroerend goed worden aangemerkt;
d. indien twee of meer van de onder 1, 2 of 3 bedoelde eigendommen of
gedeelten van zodanige eigendommen bfj eenzelfde belastingplichtige
in 9eoruik zijn en naar maatschappelijke opvatting bij elkaar beho-
ren: een zodariig samenstel;
e. indien een gedeelte van een onroerend goed als bedoeld onder 1 tot
en met 4 buiten de gemeente is gelegen; het binnen de gemeente gele-
gen gedeelte;
- 3 -
Artikel 1, lid 2, vervalt.
Artikel 2.