Heemstede uitgevoerd. Naar het zich laat aanzien zal het aantal rijks-
bijdrageregelingen voorlopig niet woraen uitgebreid. Wellicht zal er
op het terrein van de kunsten (orkesten, toneelmusea) decentralisatie
plaatsvinden, doch de uitvoering van een dergelijke rijksbijdragerege-
ling komt waarschi jnl i jk uits'luitend te berusten bij de provincie.
De planningstaak kan derhalve voor de komende jaren worden uitgebreid
met de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening
2. De rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening.
2.1. Aanvangstijdstip planperiode.
De planperiode begint voor zowel de fasen I als II op 1 januari 1985.
Dit betekent, dat per die datum o.a. een plan maatschappelijke dienst-
verlening voor de jaren 1985 tot en met 1988 en een programma voor het
jaar 1985 t.b.v. de maatschappelijke dienstverlening moet worden inge-
diend bij het ministerie van C.R.M.
2.2. Aanduiding beleidsterrein
Deze rijksbijdrageregeling omvat in haar eerste fase de volgende terrei-
nen van maatschappelijke dienstverlening:
1. het algemeen maatschappelijk werk;
2. de adviesbureaus voor jeugd en gezin;
3. de sociaal raadslieden of burgerraadslieden
4. de maatschappelijk advies- en informatiecentra
5. telefonische hulpdiensten;
6. de ambulante hulpverlening bij ongehuwd môederschap en alleenstaand
ouderschap;
7. het maatschappelijk werk voor geestelijk gehandicapten
8. de provinciaal maatschappelijk werk adviseurs voor de revalidatie.
De terreinen 1 tot en met 6 zullen behoren tot de bemoeienis van de ge-
meenten, de overige tot de bemoeienis van de provincie.
De rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening zal haar tweede
fase, met ingang van 1 januari 1983, tevens de volgende terreinen van
maatschappelijke dienstverlening omvatten:
1. gezinsverzcrging
2. geccördineerd bejaardenwerk
3. kinderdagverblijven;
4. dagverblijven vcor schoolgaande jeugd;
5. drugshulpverlening aan jongeren en jongvolwassenen;
5. jongerenadviescentra
7. straathoekwerk
8. blijf van mijn lijf huizen.
2.3. Regionale ontwikkelingen.
Op regionaal niveau zijn er twee in het oog springende ontwikkelingen
die verband houden met de r.b.r. maatschappelijke dienstverlening.
De eerste heeft betrekking op het algemeen maatschappelijk werk (a.m.w.).
Het a.m.w. is georganiseerd op regionaal niveau. In verband daarmede
wordt in een Regionale Struktuurgroep Algemeen Maatschappelijk Werk ge-
tracht tot een regionale aanpak te komen van struktuur en werkwijze van
het maatschappelijk werk. Ons college is in deze struktuurgroep vertegen-
woordigd. Het werk vari de struktuurgroep zou kunnen leiden tot de opstel-
ling van een plan "algemeen maatschappelijk werk".
-9-
