16 december 1982 130
VASTSTELLING GELUIDHINDERVERORDENING; 5E WIJZIGING ALGEMENE
PLAATSELIJKE VERORDENING EN 13E WIJZIGING BOUWVERORDENING.
De raad van de gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november
1982;
gelet op het bepaalde in de artikelen 11, 12, 175, 177 en 130 van de
Wet geluidhinder en de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in
arti<el 11 van die wet, alsmede artikel 168 van de gemeentewet;
BESLUIT
A. vast te stellen de volgende verordening, in het belang van het voor-
komen of beperken van geluidhinder, houdende regels:
- terzake van het gebruiken van geluidsapparaten in horeca-inrichtin-
gen;
met betrekking tot de wijze van inrichten of drijven van bij bovenbe-
doelde algemene maatregel van bestuur aangewezen recreatie-inrichtin-
gen;
- omtrent andere vormen van geluidhinder, zoals geluidhinder in de open
lucht, geluidhinder van bromfietsen, dieren, muziekinstrumenten enz.
TITEL I.
§®9Ei2st§EaIl[!9§D-
Artikel 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
aeluidhinder: geluidhinder in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhin-
der, te weten gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid;
9§l"idsapgaraat: geluidsapparaat in de zin van artikel 1 van de Wet ge-
luidhinder, te weten een apparaat bestemd of mede bestemd voor het voort-
brengen van geluid;
toestel: toestel in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhinder we-
ten een geluidsapparaat, dan wel een toestel dat bij gebruik anders dan
door mensel1jke energie geluidhinder kan veroorzaken, een 1uchtvaartuiq
daaronder met begrepen;
!T§2E®ati§:iG!:ichting: een recreatie-inrichting in de zin van artikel 1
van de Wet geluidhinder, te weten een inrichting, bestemd of mede be-
stemd voor recreatiedoeleinden, ten aanzien waarvan de Hinderwet niet
van toepassing is;
-3-