4e afd. 16 december 1982 144
wordt onmogelijk qemaakt. Gedeputeerde Staten zijn het hier niet mee
eens omdat zij vinden, dat dit een beleidsvrijheid is die aan de ge-
meenten voorbehouden dient te blijven en de gedwonqen overdracht van
genoemde bevoegdheden wordt gezien als een vorm van onnodiqe centra-
lisatie naar de provincies.
Gedeputeerde Staten kunnen wat betreft het wetsontwerp wel instemmen
met wat betreft de vooraenomen bundeling en integratie van gemeen-
schappelijke regelingen binnen door provinciale staten aan te wijzen
samenwerkingsgebieden.
Onder "bundeling" wordt verstaan: het binnen ëén gebied brengen van
de regelingen en wel zodanig dat aan deze regelingen dezelfde gemeen-
ten deelnemen.
Onder "integratie" wordt verstaan het samensmelten van de gebundelde
regelingen tot één regeling.
Op grond van deze doelstellingen, uitqangspunten en criteria, wordt
geconcludeerd tot een indeling van onze provincie in negen samen-
werkingsgebieden nlKop van Noord-Holland, Westfriesland-Oost,
Noord-Kennemerland, IJmond, Zuid-Kennemerland, Zaanstreek, Waterland,
Amsterdam/Oiemen, Amstel en Meerlanden, Gooi- en Vechtstreek.
Voor ons samenwerkingsgebied is daarbij nog van belang dat G.S. een
indeiing van Hillegom bij Zuid-Kennemerland voor de hand vinden liggen.
G.S. willen vooruitlopend op de herziening van de wet de nrovincie
aldus indelen. Deze indeling vormt een territoriaal toetsingskader
voor gemeenschappelijke regelingen. (Ook privaatrechtelijke reaelin-
gen). Op langere termijn zullen bestaande regelingen aan de indeling
moeten worden aangepast.
C. Commentaar.
Gedeputeerde Staten hebben met betrekking tot de gebiedsindeling ge-
kozen voor een aansluitinq bij de bestaande praktijksituatie.
Op zich getuigt dit van een pragmatische benadering. Het zou wenselijk
zijn geweest wanneer er uitgegaan zou zijn van bestaande en wenselijk
- 3 -