16 december 1982
386
Deze bescheidenheid had zij gemeen met jonkvrouwe Anna Teding van
Derkhout, die ook in het voorstel wordt vernoeind en van wie spreekster
is verteld dat zij niet wilde dat het epilepsiecentrum Meer en Bosch
naar haar de Anna-stichting zou gaan heten. Een begrijpelijke gedach-
te overigens deze vernoeming als men er kennis van neemt hoe deze vrouw
zich heeft beijverd om na de stichting van het Diaconessenhuis in Jlaar-
lem ook nog een inrichting voor epileptische patiënten op te richten.
Mevrouw Van der Pas stelt eerst voor Johanna Westerdijk. Zij was
een Nederlandse plantkundige. Zij is geboren ITTRîêïïwëramstel en stu-
deerde in Amsterdam, MUnchen en ZUrich, waar zij in 1906 promoveerde.
In 1917 werd zij hoogleraar in de plantenziektenkunde te Utrecht en
was daarmee de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. In 1953
werd zij voorzitster van de International Federation of University Women
Spreekster ineent dat dit wel voldoende is om haar ook een plaats te ge-
ven in Merlenhoven.
De volgende op haar lijstje is Haya van Someren-Downer. Zij werd geboren
op 5 juli 1926 te Amsterdam, studeerde in haar geboortestad geschiedenis
en wijsbegeerte. Vervolgens begaf zij zich in de politiek. In 1959 koos
zij definitief voor een politieke loopbaan met het aanvaarden van het
1idmaatschap van de Tweede Kamer voor de Volkspartij voor Vrijheid en
Democratie. In deze funktie legde zij zich in het bijzonder toe op de
problemen van onderwijs, cultuur en van het omroepbestelIn 1969 werd
zij gekozen tot voorzitter van de V.V.D. en was daarmee de eerste vrou-
welijke voorzitter van een politieke partij. Ilaya van Someren was een
politica in hart en nieren, haar liberalisme kwam voort uit haar liart
en zij leidde het met haar verstand. In 1974 werd zij lid van de Eerste
Kamer en in 1976 nam zij het voorzitterschap van haar fraktie op zich.
Voorts was zij o.in. lid van de provinciale staten van Zuid-Holland en
van de Rijnmondraad
Mevrouw Karssen brengt naar voren dat Tante Riek in de oorlog de
schuilnaam was van mevrouw Ileleen Kuipers^ftietberg. Ze was de moeder
van een groot gezin, een vrouw, moederlijk, moedig en onverzettelijk.
Ze hielp onderduikers bij haar in de buurt, dat was de Achterhoek en
a'an zegt ze op een gegeven moment: "wat wij nu eigenlijk hier in de
buurt aoen dat is wel goed maar het is veel te beperkt, er moet meer
gebeuren, het verzet moet heftiger wordende opvang en de verzorging
van onderduikers moet beter gespreid en beter georganiseerdhet moet
landelijk worden aangepakt." Een vrouw met visie die zoiets zegt. In
termen van deze tijd zeggen wij: zij zet de beleidslijnen uit. Dat be-
leid kreeg vorm. Tante Riek heeft de fundamenten gelegd van de L.O.
de landelijke hulp aan onderduikers en van de L.K.P., de landelijke
knok-ploeg en ze heeft daarmee de fundamenten gelegd voor het huis van
verzet tegen de nazi-diktatuur. Zij is aan het eind van de oorlog ge-
storven in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück
De tweede vrouw die spreekster voordraagt is Ida Gerhardtdie op
een heel andere wijze vorm en een rijke inhoud aan haar leven gegeven
heeftZe is dichteres, die naast haar fijnzinnige gedichten niet zo
heel lang geleaen de psalmen van de Bijbel op bijzonder mooie wijze
opnieuw berijmd heeft. Dit volgende gedichtje is ook van haarIlet is
in de oorlog gedicht en het gaat over een meisje van vier jaar. Ze zegt
"Het is een feekseen helleveeg, zij haalt mijn erf van bloemen leeg,
steekt snel haar tong uit voor het raam en leest een boeket van woorden