111
Ifi december 1982
Twijnstra Gudde ook nog op een andere manier tot uiting is qebracht -
en dat zal zonder twijfel ook versterkt naar voren komen als men aan
de ganq gaat. Die konkurrentiegedachte zal eenvoudig worden versterkt
door de aan het studieplan te verbinden kondities in het reglement,
en door bijvoorbeeld het specifieke karakter van een nrijsvraag.
Dan komt men toch veel dichter bij dat element en dat waar mevrouw
Noorman het heeft over de konkurrentieeffekten. Men kan daarbij ook
bijzondere gegevens aan de deelnemers vragen. Dit proces gaat straks
spelen en het is nu nog te vroeg om daarover specifiek te informeren,
dat kan ook nog niet, want waarvoor huurt men anders een projekt-
management.
Spreker dankt de heren Van der Mulst en Solleveld voor hun ondersteu-
I ning van de visie van het college.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld,
onder aantekening dat de P.H.-fraktie, inklusief wethouder Van Ame-
rongen, geacht wenst te worden te hebben tegengestemd.
XVb. Notitie regionalisering van gemeenschappelijke regelingen
fvölgnr. T44)
De heer Borghouts vindt de ontwero-wet gemeenschappelijke rege-
lingen toch nog weTwat knellend voor de gemeenten. Hij legt de
vrijheid van gemeenten 0111 gemeenschappelijke regelingen naar eigen
goeddunken aan te gaan aan banden. Zo verbiedt die ontwerp-wet dat
de intergemeenteli"jke samenwerkingsorganen coördinerende, nlannende,
sturende aktiviteiten zullen hanteren ten opzichte van de samenwer-
kende gemeenten, en dat vindt zijn fraktie een slechte zaak. Zij
vindt, hetgeen zij ook tegen de rijksoverheid wil zeggen, dat de
gemeenten mens genoeg zijn zelf uit te maken wat ze wilien over-
dragen aan een samenwerkingsorgaan en wat niet. Dat doen ze dan
naar eigen behoefte en in vormen die ze zelf daarvoor het beste
vinden. In dat opzicht sluit zijn fraktie nauw aan bij de notitie
van gedeputeerde staten, maar dat aspekt heeft zij toch in onvol-
doende mate gezien in de gewestelijke reaktie. Zij zou dat graao in
de Heemsteedse reaktie alsnog oogenomen zien.
Een kernpunt van de ontwerp-wet is dat gemeenschapoelijke reoelinqen
moeten worden gebundeid en moeten worden ge'integreerd, en dat is dan
ook de direkte aanleiding van de notitie van gedeputeerde staten,
die eerst Noord-Holland in samenwerkinqsgebieden verdeelt. In die
verdeling kan zijn fraktie zich vinden, zeker voor wat betreft ons
eigen gebied, Zuid-Kennemerland. Op zich kan het best een goede zaak
zijn oiii allerlei verschi 1 lende regelingen samen te bundelen qua
regio, en als het kan ook nog te inteqreren, zodat er niet allemaai
verschi 1 lende reqelingetjes zijn maar één grote. De vraagt koint wel
naar voreri of de bestaande toestand zo gej'ntegreerd en qebundeld
kân worden. Die helangrijke vraag benatwoordt gedeouteerde staten
niet in de notitie. Spreker is met het gewest erg benieuwd hoe men
dat denkt te qaan doen. Een andere vraag en wellicht nog belanq-
rijker is of er ook behoefte aan is vanuit de gemeente gezien. Spre-
ker denkt dat die niet zo zeer aanwezig is, want in den lande, ook
in ons eigen gewest, blijkt dat gemeenten samenwerken naar de maat
waarin zij dat zelf willen, en dan ziet men ook veel verschi1lende
regelingen met verschi1lende deelnemers. Als men nu de ontwerp-wet
ziet dan krijgt men toch de indruk dat in dit opzicht de gemeenten