115
lf december 198?
de precarioverordeninq moet handhaven enerzijds, anderzijds of men
de bedragen die uit de toepassing van zowel precario-element als
uit het heffingselement voortvloeide in stand zou kunnen houden,
want de heer Borghouts heeft er ook al terecht on gewezen dat dat
bedragen waren waarvan men in redelijkheid zou moeten zenoen dat ze
niet juist zijn.
Soreker wijst eron dat in de precarioverordening het begrin "omzet"
nergens voorkomt, dat alleen maar op het punt van de garagebedrij-
ven de omzet naar voren kwam. Als het bijvoorbeeld qaat om uit-
stallingen van groenten of bloemen en olanten dan wordt het begrip
"omzet" niet gebruikt, dat is daar niet van toeoassing, het zou al-
leen voor de garagebedrijven toegepast moeten worden. Dus wat dat
betreft was het toch al een wat vreemde eend in de bijt.
Ilet college vindt daarom in meerderheid dat het wat dat betreft
beter op zijn schreden kan terugkeren, temeer omdat in feite het
bedrag dan het dan wel redelijk vindt als betaling voor het gebruik
van gemeenteqrond - want daar gaat het in wezen om - ook middels
het gewone nrecariobestanddeel oogebracht kan worden, dus de hef-
fing zoals die vanuit het verleden altijd al gehanteerd is naar de
hoeveelheid leiding die men in de grond heeft, de aantallen oompen
die op qemeentegrond staan, taopunten met name. Dat zijn de moge-
lijkheden die men van daaruit heeft om tot de gewenste verooeding
voor het gebruik van die grond te komen. Spreker gelooft dat de
heer Borghouts dat ook niet ontkend heeft want het lijstje waar hij
op doelt is ook door hem aangehaald in de zin dat dit toch wel be-
dragen zijn waarvan men kan zeggen dat men daarmee wel goed uitkomt.
Daarvoor is de faktor omzet niet ner sé nodig. Als de heer Albrecht
zegt dat het begrin "omzet" eigenlijk niet in een nrecarioverorde-
ning hoort dan zegt spreker dat het college in zijn voorstel ook in
die richting heeft gesproken. Men zou ook kunnen zeggen dat het
allemaal niet zo wezenlijk is of men nu het begrin "huur" hanteert
danwel het begrip "oinzet" ofwel nog een ander begrio. Het oaat er
in wezen om te komen tot een redelijke vergoeding voor het gebruik
van gemeentegrond en de iniddelen die men daarvoor hanteert zijn van
ondergeschikt belang. Dat kan in het ene geval een huur zijn en in
het andere geval een echte precariofaktor en in het derde geval
misschien ook een omzetfaktor, maar het zijn in zekere zin onderge-
schikte zaken. In feite gaat het om de vraag wat de uitkomst is.
Als de heer Borghouts stelt dat hij toch die faktor omzet in de pre-
carioverordening zou willen handhaven, maar dan bijvoorbeeld het
percentage van 15 van de dealersmarge verlagen tot het niveau dat
leidt tot de gewenste opbrengst, dan ziet spreker de noodzaak daar-
van niet in, want die gewenste opbrengst kan men ook op een andere
manier bereiken, dus de weg van de nrecario zoals die daar vanouds
lag. Men zou die precariotarieven desgewenst nog kunnen verhogen,
maar daar is het college verder niet op uit, het is ook niet nodig,
want als de maximale toegestane verhoging wordt toegenast dan wordt
het doel bereikt. Het voorstel van de heer Borghouts om vanavond
niet te besluiten neemt het college niet over, temeer niet omdat
vanavond formeel de nrecarioverordenino vastgesteld moet worden,
althans vôör 31 december.
De heer Borghouts kan het technische gedeelte van het antwoord
van de wethouderlüiderschri jven. Natuurlijk, of mem het nu uit de