Het verciste doorstroomprofiel van de bewcegbare ramcn of de vereiste opper-
vlakte van de doorsnedc van een ventilatiekanaal (in m:) verkrijgt men deorde
volumestroom van de luchtverversing (in mVs) uit tabel 6 te deler, doorde aan-
genomen luchtsneineid bii natuurlijke ventiiatie, ziinde I m/s. Als bij een ven-
tilatiekanaal de uitkomst van de dciing verschilt van de waarde. genoemd in lid
2, dan moel men de hoogste van de beide waarden als minimum aanhouden.
Uiteraard dient voorhet verkrijgen vande vereiste luchtverversingde aldus be-
rekcnde doorsnede zowel voorde luchltoevoer ais voorde luchtafvoer aanwe-
zig te zijn. De luchttoevoer kan zowel verkregen worden door één of meer be-
weegbare raincn als door roosters in cevels en binnenwanden, dan wel door een
opzellelijk gemaakte kier onder een deur of een combinatie daarvan.
De u enk voorde tocpassing van liit 2 wordt vervangen door:
Liii 2De hier gestelde cis houdt slechts in dat tot de ventilatievoorzieningen
voor een keuken, een badruimte en een privaat - behoudens vrijstellingen - in
ieder geval een ventilatiekanaal moet behoren.
Voor zovcr de doorsnede van dat ventilatiekanaal niet groot genoeg is om de
volgens tabel 6 verciste luchthoeveelheid af te voeren. zal het restant van die
luchthoeveelheid door een beweegbaar raam of een gevelrooster afecvoerd
moeten kunnen worden.
Ter voorkoming van misverstanden v,ordt erop gewezen dat de ventiiatieka-
nalen voor natuurlijke ventilatie volgens artikel 225. lid 1, in het algemeen een
verticaal verloop moeten hebben.
De horizontalc kanalen die worden genoemd in ariikel 225. lid 6. behoren niet
tot de ventilaticvoorzieningen die op grond van het bepaalde in artikel 113. lid I
ten minste in een woning aanwezig moetcn zijn. Deze horizontale kanalen
moeten volgens NI'R 1088 worden bcschouwd als voorzieningen. die desce-
yvcnst ter verhoging van het wooncomfort e.xtra mogen worden aancebracht,
indien de daarvoor bcnodigde vrijstelling is verlcend op grond van artike! 225.
lid 6. De voor dc kcuken en de badruimte geéiste vcntilatiekanalen mogen met
de in arlikel 120, lid 2, voorgeschreven gasafvoerkanalen worden "gecom-
bineerd tot kanalcn die zowel voor de veniilatic als voor de casaf\ oer dienen.
Uiternard moeten deze kantilen dan voor beide doeleinden geschikt zijn over-
eenkomstig de artikeien 218 t/m 228.
De wenk voor ile tocpassintvan lid 7 wordt vervangen door:
LtJ 7. Ventilatieleidingen die geen wanden van of vloeren boven de ruimte ten
dienste waarvan zij aanwezig zijn. doorbreken, zijn dus toegestaan. Hetzelfde
gelut soor ventilatieleidingen die vanuit de ruimte ten dienste waarvan zij aan-
wezig zijn, buitendaks uitmonden, zonder dat zij daarbij door een andere ka-
mer, keuken, bergruimte enz. gaan.
75
