77
Een 'gasafvoerleiding' die wel door meer dan één kamer, keuken, bergruimte
enz. van een tot bewoning bestemd gebouw gaat, zal moeten worden aange-
merkt als gasafvoerAunem/ en zal aan het bepaalde in de anikelen 218 t/m 224
moeten voldoen, bijv. door een doeltreffende, brandwerende omkokering aan
te brengen.
Een gasafvoerleiding die is samengesteld uit dubbelwandige afvoerpijpen, vol-
doet in het algemeen niet aan de brandwerendheidseis. Slechts een dubbelwan-
dige dakdoorvoering kan meestal zonder meer worden geaccepteerd, althans
indien het een zgn. standaard-dakdoorvoering is met ventilatie tussen de bin-
nen- en buitenpijp.
Voor de overige eisen voor gasafvoerleidingen. zie N'EN 1078 en Aanvulling
NEN 1078 (GA VO-1976), de paragrafen 2.6 en 2.7.
L'ul4. Aan verloop en doorsnede, uitmonding, inrichting en samenstelling van
de wanden van rook- of gasafvoerkanalen voor centrale-verwarmingsinstalla-
ties kunnen nadere eisen worden gesteld krachtens artikel 217, onder b. Of en
zo ja, in welke ruimte ten behoeve van flessegasinstallaties gasafvoerkanalen
noodzakelijk zijn, kan worden ontleend aan NEN 3324 Voorschriften voor de
aanleg van vloeibaar-gasinstallaties in woningen en andere gebouwen' en NEN
3324-A (Aanvulling op NEN 3324).
Lid 5. In NEN 1078 (GAVO-1976) is onder 2.8.2.2 aangegeven, welke toestel-
len niet op een afvoerkanaal behoeven te worden aangesloten. In het algemeen
kan de vrijstelling worden verleend, indien in de keuken alleen gas voor kook-
doeleinden wordt gebruikt.
ARTIKEL 144
De u-enk oor Je loepassing van lid I wordt vervangen door:
LiJ IOok de leveringsvoorwaarden van het energiebcdrijf dat ter plaatse gas
levert, bevattcn meestal met bctrekking tot de veiligheidseisen voor aardgasin-
stallaties een verwijzing naar NEN 1078 (GAVO). Het energiebedrijf beschikt-
in tegenstelling tot het in het algemeen alleen met bouw kundigen bemande ge-
meentelijke bouw- en woningtoezicht - over deskundigheid inzake de gastech-
niek. Op grond van leveringsvoorwaarden die naar de GAN'O verw ijzcn, kan
het gasbédrijf weigeren aansluitingen van het disîributienet op een onveilige
huisinstallatie tot stand te brengen. Soms heeft de onveiligheid van de installa-
tie echter bouwkundige oorzaken, bijv. wanneer gastoestellen zijn opgesteld in
niimten die onvoldoende luchttoevoeropeningen hebben. Vergroting van de
luchttoevoeropeningen kan de ruimte, waarin een toestel als de centrale-ver-
warmingsketel wordt opgesteld, daarentegen ongeschikt maken voor andere
doeleinden, bijv. het levens dienst doen als keuken.
Daaroni verdient reeds in het stadium van de aanvraag om bouwvergunning