NEN 1068. uitgave 1964. Dit betekende dat zelfs bij een massa, kleiner dan 100
kg/nrde warmteweerstand van een buitenwand van een woning niet hoger be-
hoefde te zijn dan 1.03 m: K/W. Het dreigende energietekort hecft er in 1978 toe
geleid dat het beoogde u oongerief op iets langere termijn slechts verzckerd
wordt geacht door voor te bouwcn woningen in principe warmteweerstanden
van de aan de buitenlucht grenzende constructies te eisen van ten minsle 1,3 mJ
K/W.
Economisch optimale warmteweerstanden - gedefinieerd als warmteweer-
standen waarvoor de som van de isolatiekosten en de kosten van hct warm-
teverlies door transmissie tijdcns de (cconomische) levcnsduur van ecn ge-
bouw minimaal is - varicren met de gekozen constructieve opzet van een ge-
bouw cn met de geprognosticeerde brnndstofprijzcn. De kosten van de aanpas-
sing van cen traditionele bouwconstructic ten behocvc vnn ecn verhoogde
warmteweerstand moeten vanzell'sprekcnd ook worden afgcwogen tegen de
kosten van mogelijke andere energiebesparende maatregelen. Te allen tijde
moet bovendien rekening worden gehouden met het risico van het ontstaan van
condensvocht in het inwendige van constructies, waardoor deze aan
duurzaamheid en vaak ook aan warmte-isolerend vermogen inboeten. Econo-
misch optimale warmteweerstanden kunnen voor verschillende constructie-
delen van bepaalde gebouwen hoger zijn dan de minimumwarmteweerstanden
uit de bouwverordening. De bouwverordening staat de toepassing van hogere
warmteweerstanden dan ook geenszins in de weg.
De wenk voorde toepassinp van lid I vervalt en wordt vervangen door een wenk
voor de toepossing van lid 2, luidende:
Lid2. Krachtens dit voorschrift moeten bergingen e.d. met permanente venti-
latie op de buitenlucht en garages buiten de warmte-isolerende begrenzings-
wanden van de eigenlijke w oning worden gehouden. Dit betekent bijv. dat een
garace in een zogenaamd drive /n-huis krachtens artikel 113, lid 6. permanent
kan worden gesentileerd zonder afbreuk te doen aan het wooncomfort en de
besparing op de energie voor de verwarming van de kamers, keuken e.d.
Toegevoegd wordt een wenk voor de toepassing van lid 5, luidende:
Lid5. onder b. De vrijstelling kan nodig zijn voor gedeelten van wanden die uit
zgn. glazen bouwstcnen bestaan. Of het tekort aan warmtc-isolerend vermogen
van een gedeelte van ecn wand uit een oogpunt van energiebesparing voldoen-
de wordt gecompenseerd door het warmte-isolerende vermogen van de overige
het huis begrenzende constructies, kan wordcn gecontroleerd door berekening
van de isolatie-index. Voorbeelden van de te volgen berekeningswijze zijn op-
genomen in NEN 1068, uitgave 1981, 'Thermische isolatie van gebouwen -
Terminologie en rekenmethoden voor stationaire situaties