89
gesteld gastoestel toelaatbaar is, indien aan de eisen voor de constructie en uit-
monding van gasafvoerleidingen uit de GAVO-1976 wordt voldaan. Eisen om-
trent de aanwezigheid van alle soorten afvoerkanalen. behalve die voor c.v.,
stonden tot dusver in artikel 120. Voor laatstgenoemde kanalen moest worden
teruggegrepen op artikel 217, onder b, een voorschrift waarvan de plaatsing
suggereert dat het alleen op de constructie van schoorstenen kan slaan. Het
voorstel tot opneming van de nadere eis in lid 4, onder a, beoogt deze onvol-
komenheid op te heffen.
In het oude lid 4 was tot dusver de uitzondering voor huurwoningen in de vrij-
stellingsmogelijkheid opgenomen, omdat het voor het verlenen van vrijstellir.g
noodzakclijk is dal er ecn blijvende zekerheid bcstaat dat er in een keuken zon-
der gasafvoerkanaal in een op het gasnet aangesloten woning achteraf geen
gastoestellen zullen worden aangebracht, die op cen afvoer moeten zijn aange-
sloten.
Genoemde blijvende zekerheid kan door b. en w. worden ontleend aan een ver-
klaring van cen cigenaar-bewoner, dat hij alleen gas voor bijv. kookdoeleinden
wcnst te gebruiken of aan een bestemming van de woning voor huisvesting van
bejaarden of invalidcn. Een verklaring als bovenbedoeld van een huurder-
bewoner, zo deze bij de bouw van de woning reeds bekend mocht zijn, leek een
volgende huurder-bewoner onvoldoende te kunnen binden. lnmiJdels is echter
gebleken dat achteraf aan te brengen gastocstellen die op ecn afvoer moeten
zijn attngesloten, meestal alleen geisers e.d. zullen zijn. Indien de woningen
evenwel reeds bij de bouw zijn voorzien van centrale-warmwaiervoorziening,
dan is het praktisch uitgesloten te achten, dat de (huurder-)bewoner achteraf
een gciscr wenst. In de voor het nieuwe lid 5 voorgestelde redactie is met een en
ander rekening gehouden.
ARTIKEL 121
Het wijzigingsvoorstel heeft ten doel buiten twijfel te stellen dat door b. en w.
per nadere eis met name een rook- of gasafvoerkanaa! kan worden voorge-
schreven. Het artikcl stemt nu overeen met artikel 312.
AKTIKEL 144 (Toelichting)
De nieuwe wenk voor de toepassing van lid 1 is opgenomen om de aandacht te
vestigen op de samenhang tussen het ontwerp voor de woning en dat voor de
daarin aan te brengen gasinstallatie. Van geval tot geval moet een oplossing
worden bereikt, die zowel voldoet aan de eisen uit de MBV als uit de GA VO.
Het kan voor een geintegreerde beoordeling van het bouwplan en het installa-
tie-ontwerp aanbeveling verdienen dat het bouwtoezieht tijdig advies vraagt
aanhetenergiebedrijfomde vergunningaanvrager descewenst te kunnen waar-
schuwen tegen een ongecoördineerde aanpak, die overigens niet automatisch
tot weigering van de bouwvergunning behoeft te leiden.