92
ARTIKEL 188
Voorgesteld wordt om de waarde van de minimumwarmteweerstand naar bo-
ven at te ronden op 1,3 m2 K/W. Voorts wordt de toevoeging van een tweede
vrijstcllingsmogelijkheid voorgesteld met als criterium een controleerbare
hoeveelheid extra isolatiemateriaal in de overige constructies van het gebouw
die aan de buitenlucht grenzen.
Tot slot heeft het voorstel betrekking op de vervanging van de uitgave 1964 van
NEN 1068 door de uitgave 1981.
ARTIKEL 200
De huidige redactie van dit artikei verwijst naar uitvoerige bepalingen in NEN
1068, uitgave 1964, die in dc praktijk met bctrekking lot de bcperkingcn, gesleld
aan het glasoppervlak, echter moeilijk controleerbaar zijn. Nu de ultgnve 1964
van NEN 1068 vervangcn is doorde uitgave 1981, wordt voorgesteld om over
glassoort, uitvoering en maximumafmetingen van ramen en dcuren in buiten-
wanden enkele duidelijker geredigeerde en ten dele verhoogde eisen op te ne-
nien. De achtcrgrond van hel verhogen van de eisen ten aanzien van dc afme-
tingen is dat glas, zelfs in meer dan één Inag. altijd een zwak punt vormt in de
warmte-isolerende buitenbegrenzing van een gebouw.
Voorgesteld wordt daarom op ondubbelzinnige wijze een mnximum aati het
glasoppervlak te stellen dat overeenkomt met circa 1,8 x het minimumglasop-
pervlak dat volgens artikel 105 van dc bouwverordening noodzakelijk is voor de
daglichttoetreding, indien er geen tegenover liggende lichtbclemmerende be-
bouwing en/of overkragend balkon van een bovenverdieping is.
Bovendien wordt een niet-van-toepassingsverklaring voorgcsteld die kan wor-
den gcbruikt, indien de ramen en dcuren gedeeltelijk niet aan de eisen inzake de
afmetingen voldoen, maar dit op verantwoorde wijze wordt gecompenseerd
door extra isolatie in andere het gebouw begrenzende constructies.
ARTIKEL 218
In de leden 2 t/m 5 is een redactionele aanpassing wenselijk om duidelijk te ma-
ken, dat het hierin niet om kanalen voor de mechanrsche afvoer van verbran-
dingsgassen gaat. In het voorstel voor het tweede lid is bovendien de maat van
0.012 m2 gewijzigd in 0,0125 m2 om verwarrende kleine verschillen met NEN
1078 (GA VO-1976), paragraaf 2.6.1.1, te ontgaan.
ARTIKEL 238
Tot nu toe is het slechts mogelijk om van het verbod tot het combineren van
afvoerleidingen voor meer dan één bouwwerk vrijstelling te verlenen, indien
voldoende waarborgen bestaan dat de bouwwerken blijvend gemeenschappe-
lijk zullen worden beheerd. Deze bepaling verzet zich tegen de gangbare prak-
tijk waarbij bijvoorbeeld twee aaneengebouwde garages of schuren van aan-
