30 juni 1983 20
Spreker durft met grote stelligheid te zeggen dat het berekende kostenvoordei
allerpiinst dubieus is.
Inzake de vraag wat meer zekerheid bij de burgers geeft, de vaste termijn v
de drie maanden danwel het telefoontje en de afspraak die op dat moment dan
wordt gemaakt omtrent de tijd dat de reiniging langs komt, zegt spreker erva
overtuigd te zijn dat dit laatste meer zekerheid geeft. Tegen de tijd van f\e
ophalen van het grof vuil staat de telefoon bij het g.t.b. roodgloeiend, met'
vragen van: wanneer komt het grof vuil, want ik heb wat; het is alweer zolan
geleden, wanneer komt u weer langs, enzovoort. Dat is de ene kategorie.
De andere kategorie is al gesignaleerd, dat zijn de mensen die opeens ontdek
ken dat er, gezien de aktiviteiten in de omgeving, grof vuil wordt opgehaald
en die dan zelfs op die dag nog naar de reiniging bellen met de vraag: zijn
ze bij mij in de straat al geweest of komen ze nog en dat soort vragen meer.
Dat bergt een stuk onzekerheid en onwetendheid in zich, waarvan spreker toch
wel verwacht dat die onzekerheid op telefonische afroep aanzienlijk zal wor-
den teruggebracht, want op dat moment dat men belt kan men ook te horen krij
gen wanneer de reiniging langs komt.
De heer Veen heeft sterk naar voren gebracht dat men ook in het nieuwe syste
de grutterij houdt. Spreker zal niet uitsluiten dat dit zich voor een deel
niet zou kunnen voordoen, maar dat zal aanzienlijk worden teruggebracht, wan
de grutters weten niet wanneer en waar, wel op de dag dat de wagen rijdt,
maar waar hij naar toe gaat weten zij niet. Spreker denkt dat het een hele
zoekerij zou worden, want de heer Veen gaat er vanuit dat het 's avonds van
tevoren al aan de weg gezet wordt, maar dat hoeft niet, dat kan ook best
's morgens om 8 uur gebeuren. Als er gezegd zou worden dat de reiniging bij-
voorbeeld om 10 uur langs komt dan is het voor de mensen die om 8 uur de deu
uitgaan gewoon de regel dat het vöör die tijd bij de weg gezet moet worden,
anders heeft men geen gelegenheid meer. Spreker weet niet of in die situatie
ook altijd 's avonds van tevoren de zaken bij de weg gezet worden, daar heef
hij sterke twijfels over, maar dan nog betekent het dat men niet zoals nu ir
één bepaalde wijk die zaak kompakt op een hoop heeft, maar verspreid door
heel de gemeente heen naar dit vuil moet gaan zoeken en hij denkt dat dit
een stuk minder aantrekkelijk is dan zoals het nu ligt. Maar ook dat zal dei
proef uitwijzen. Liever vier keer per jaar de gemeente op zijn kop, zegt
mevrouw Proost, dan alle weken twee dagen, zo moet men het dan stellen.
Het verschi1 is natuurlijk dat men nu vier keer per jaar gedurende 9 dagen
achtereen, dus 36 dagen per jaar, de zaak in de gemeente op zijn kop heeft
staan. Dat zal straks betekenen dat er 50 keer 2 dagen is 100 dagen een wa-
gen rijdt, maar spreker denkt dat er dan toch aanzienlijk minder op zijn kof
zal gaan staan. Op het punt van de bundels heeft de heer Veen een bezwaar
gemaakt. In dit verband merkt spreker op dat toen de rolemmer is ingevoerd
in principe is gezegd dat men geen los vuil, geen zakken en geen bundels mee
moet accepteren. Dat is toen niet gedaan; het college heeft gezegd dat het
daar enige soepelheid mee zal betrachten en dat het daar ook de tijd voor
zal nemen, want het is gewenst dat er een overgangsperiode komt en dat men
dus ook in een overgangsperiode kan toevloeien naar de situatie waarin het
niet meer mogelijk is om losse bundels aan te bieden. Dat is toen een dui-
delijk uitgangspunt geweest; dat heeft goed gewerkt. Dat heeft er ook mede
toe geleid dat de operatie rolemmer op een goede nenier is geaccepteerd in
Heemstede. De invoering van het rolenmersysteem verdraagt zich in feite
niet met de aanbieding van losse bundels, dat staat er haaks op, ook de bouv
van de wagen is daarvoor niet geschikt en als men bij de invoering van het
rolemmersysteem mede gelet heeft op de gezondheid van de beladers, dan zal
men er ook vandaag nog begrip voor moeten hebben dat het blijven instandhou
den van de mogelijkheid om losse bundels vuil bij de weg neer te leggen^nlej
voldoet aan het toen gekozen uitgangspunt. Er is dus sindsdien rustig uitge
keken naar een moment waarop men de bundels zou kunnen afschaffen. De vorigi