4a afd-
29 gepteraber 198?
95
13Lanâboxiwschapy. Gewestelijke RaacL voor- Noord-Holland
Deze instantie heeft bij; brief dd_ 18' december 1980 als; volgt gerea-
geerd t
"Over-het ontwerp-bestenmingsplan "Ri.uierenwr.jk"dat wij in het kader
van het vooroverleg ala bedoeld in artikel 8 van het Besluit op de
Ruimtelijke Ordening ontvingen, hebben aij slechts enkele opmerkingen
over- artiket 15 "Agrarisahe doeleinden" (A
Onder 4b uordt bepaald datr de. hoogte van een agrarische bedrijfswoning
sleohte, 4 nr mag zijrtGezien de hoogte van de omliggende bebouwing kan
ons inziens- een hoogte van- 5.50 m niet bezwaarlijk worden genoemd.
Wij advi8eren orrr dezehoogtemaat op te nemen
Getien de- Ligging^ vare de: grondere met de bestemming agrarische doeiein—
den tussen, het landgoed. tpenrode ere de daatmee- samenhangende natuurve
tenschappeiijke ere landschappelijke waardere, ere de bestaande woonbebou-
wing; vara de Rivierenwijk; is- de maximale goothoogte van de direct aan tepere
rode grenzender bebouwing; op 3-00 m-gesteld^ confomr de bestaande situatie..
Hierdoor kare een- geleidelijke overgang, wordere bewerkatelligd: tussen beide
gebiedere- Eere uitzondering bierop vormt de agracische bebouwing waarvoor
de bestaande hoogtematere zijre- aangehouden
Deze maximale goothoogte is; overigens. in- overeenstemming met de
Richtlijnere voor het ontwerpere vare bestemmingsplannen voor landelijke
gebiedere ire Noord-Ho Lland."
"bid 4c bepaalt dat de bouwwerken, geen gebouwen zijnde,. 6 m hoog mogen
zij'n;. lid 5 maakt het mogelijk via vrijstelling van uw College tot 9 m
te gaan. Wij bepleiten om voor deze bouwwerken ala vecht het bouwen tot
de nokhoogte van de bedrtjfsgebouwen op te nemen en grotere hoogten
(zonder bovengrens) via vrijstelling van uw College en het bepaalde in
(id a mogetijk te maken^'"
Het betreft hier voomamelijlc de hoogte van silo's en hooibergingen.
De toegestane hoogte van deze bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is
gezien het gestelde op bLz.. 20 van de RichtLijnen voor het ontwerpen
van bestemmingsplannen voor Landelijke gebieden in Noord-HoLLand" be-
pepkt tot de toegestane goochoogte van de bedrijfsgebouwen
"Ten aanzien van de in lid 7 genoemde maximum inhoud van de bedrijfs—
woning 'neeft de Kroon in recente jurisprudentie m.b. t. een aantal be—
stemmingsplannen van de voormalige gemeente Assendelft thans Zaanstad)
goedkeuring onthouden aan de opname van een maximum inhoud voor de
bedri.j fswoning
tn de genoemde jurisprudentie werd door de Kroon in het concrete geval
(in het onderwerpelijke geval en de betrokken beiangen in aanmerking
nemendeeen beperking van goothoogte alleen aanvaardbaar geacht indien
aan de inhond geen beperkingen worden gestetd. —85