- Êh*-
p
i
4e âfd..
29 september 1985
95
19. Subcormrt38i>0' voor de Gemcentelijke Plannen van de Pvovinciale
Planologische Cömmissie
Btj. brief van. 18 februari: 1982. werd de volgende reactie ontvangen:
1- Aan— en uitbouwen
In de besterrmingsplannen is een regeling opgenomen waarbij het mogelijlc
uordt gemaakt om aan de achterzijde van de woningen aan— en uitbouwen
te realiseren over- d& volte achtergevelbreedte en met een hoogte en
diepte van in het algemeen 3 meter^ Daartoe. zijn op de plankaart de-
bouwstroken verdiept aangegeven met een nadere aanwijzing in de voor
schriftenVoor de betrokken bewoners ontstaat derhalve een oouwrecht
waartegenna het onherroepelijk worden van dit bestemningsplanr geen
beroep meer mogelijk. is~
Dergelijke uitbouwen kunnen echter voor de naastwonenden onplezierig
zijn omdat in bepaalde stedebouwkundige situaties bezonning en licht
inval veminderen.. De inspecteur' voor de Volkshuisvesting geeft dan ook
de voorkeur aan een regeling waarbij het realiseren van aan— en uitbou—
wen alleen mogelijk is nadat een vrijstelling is verleend door het col
lege van Burgemeesteren wethouders en nadat de naastwonenden zijn ge-~
hoordzodat ook de nadetige. aspecten van een aanof uitbouw de aan—
dacht krijgen en eisen/voorwaarden aan de bouwer kunnen worden gesteld
die enigszins aan de bezwaren tegemoetkomen. De door u gekozen regeling
biedt deze mogelijkheid niet omdatzoals eerder gesteld,. een bouwrecht
ontstaat^ De cormrissie kan zich evenwel met de door u voorgestelde
methode verenigenwaarbij de volgende overwegingen zijn gegeven..
Uit een aantal Kroonbesluiten blijkt (Bussum,. 23 november 1977no33
en Beerhugowaard, 16 augustus 1981, no.. 10) dat de Kroon een regeling
accepteert waann aan— en uitbouwen op de plankaart zijn aangegeven.
Voorts is met betrekking tot het bestermingsptan Binnenweg niet nega—
tief aan u geadviseerd en kan vervolgens worden geconstateerd dat ook
de circulaire van Gedeputeerde Staten, inhoudende een voorstel tot re—
geling vam aan— en uitbouwen in bestermringsplannen, zich niet verzet
tegen de doov u ge&ntameerde regelingïn de circulaire is overigens
wel het belang van een goed overleg met de. betrokken bewoners als uit-
gangspunt genoemd voor het invoeren van deze regeling met de intentie
dat alle bewoners zich beuiust zijn van de bouwmogelijkheden die worden
gecreëerd en de eventuele nadelige gevolgen. Ret houden van één enkele
informatieavond li.jkt hiervoor onvoldoende. De noodzaak van zoveel mo—
getijk informatie aan en participatie van bewoners bij de totstandko
ming van bestemrmngsplannen (en de uit te werken gedeelten) is met name
door de directeur van het Provinciaal Opbouworgaan bepleit en wordt door
de commissie onderschreven^
Van deze opmerkingen is nota genomen
-89 -
'E