ir
umm
HM
4e afd.
29 september 1983
95
Verder zietreclamant het laatste zinsgedeelte van het tweede lid
van artîkel 21 graag geschrapt, omdat het stallen van een toercara-
van bij een woning een aanfluiting is van de her en der aanwezige
"woonlandschappeüjke kwaliteiten" en een aantasting van het woon-
genot.
ad a. Het bezwaar van reclamant dat de mogelijkheid tot uitbouw aan de
achterzijde van de woningen Linge 85 t/m 88 ontbreekt, is terecht.
Om tot een gelijke situatie met de overige woningeh te komen, zal
de plankaart zodanig gewijzigd vrorden dat ook aan de woningen
Linge 85 t/m 88 een uitbreidingsmogelijkheid wordt geboden van
3.00 meter, gemeten vanuit de bestaande gevellijn.
ad b. Aan dit verzoek kan wordén tegemoetgekomen door de strook grond
ten zuiden van de v/oning Linge 88 de bestemming "Erf" te geven.
Op gronden met de bestemming "Ërf" kunnen zowel autoboxen en berg-
plaatsen als andere erfbebouwing worden opgericht. 0e bestemmîng
"Erf" sluit aan op de besternming van de gronden ten oosten van
de woningen Linge 85 t/m 88. Ook op dit punt za1 de plankaart
worden aangepast.
Artikel 21 van de voorschriften maakt overigens geen bebouwing
mogelijk, maar bevat slechts gebruiksbepaiingen.
ad c. Afgezien van de waardering die gegeven kan worden aan de st.alling
van caravans, is dit zo nauw verbonden met het begrip wonen en
de daarbij behorende aktiviteiten, dat deze stallingsgelegenheid
geboden moet worden. De Kroon heeft dit bevestigd in de uitspraak
van 12 september 1980, hr. 12 (gemeente Laren).
dat op grond van het bovenstaande de bezwaren van de heer A.G.H. Groene-
veld en inevrouw G. Groeneveld-Blaak geheel en de bezwaren Van de heer
A.M.J.P. Mol gedeeltelijk ongegrond moeten worden verklaard;
dat het Voorts gewenst is gebleken in het ontwerp-bestemmingspian de
volgende v/ijzigingen aan te brengen:
1. voor wat betreft de voorschriften;
in artikel 14, lid 2, sub b, dient achter de wöorden "ten behoeve
-4-