95
afd..
29 aeptember 1983
Artïkel 5 Wïjze van meten
I üe hoogcer van eea gebouvt wordc gemecen in de gevela:
vanat de kruin van de- weg[ coc aan de hoogsce horizoncaie snijiijn van
gevel en dak_viaki bij Liggingr op een acscand van minder dan 5.00 m van
de kanc van de weg;.
b. vana£ de bovenkanc van hec cerrein coc aan de hoogsce horizoncaie sniji
van geveL en dakvLak bij iigging aan een anderszins verhard cerrein;
vanaf hec taaaiveLd coc aan de hoogsce horizoncaie snijiijnvan geveL
en dakviak bij Ligging andera dan bedoeld onder a en b.
2ûe hoogce van een bouwwerk,. geen gebouw zijnde, wordc gemecen:
a. vanat de kruin van de weg. coc hec hoogsce punc van hec bouwwerk, geen
gebouw. zijnde, bij Ligging op een afscand van mindec dan 5.00 tn van
de kanc van de weg;.
b. vanaf de bovenkanc van hec cerrein coc hec hoogsce punc van hec bouu.-
weck^ geen gebouw. rijnde^ bij iigging aan een anderszins- verhard cec—
rein;
c. vanaf hec maacveid coc hec hoogsce punc van hec bouwwerk, geen gebouw
zijnde, bij iigging. anders dan bedoeid onder a en b
3. Lndien. zich op. een gebouw een of meec dakkapellen bevinden, waarvan
de gezameniijke breedce meec bedraagc dan 50Z van de gevelbreedce wordc
de snijlijrc van de voorzijde en hec dakvlak van de dakkapei vooc de
coepassing. van iid I ais. snijLijn aangemerkc. Hec hiec bepaaide geidc
nieC voor dakkapeLien die zijn geiegen aan de van de weg afgekeerde zijde
van hec gebouw^
4-. Afscanden cussen bouwwerken onderiing, aismede afscanden van bouw—
werken coc erfscheidingen worden daar gemecen waac deze afscanden hec
kieinsc zijn.