4e afd..
29 soptembeir 1983
95
Artikel 7 Woondoeleindert en detailhandel (WD)
I De grondea roet de- beatemming: woondoeleinden en detailhandeL zLjn:
bestemd. voorr
a~ woonhuizen;
b> praictijkriiimten aangebouwd aair de woonhuizen;
c- bij een woonhuis. behorende bergplaatsen
d. gebouwen: ten: dienste- van detaiLhandeL en dienstverlening;.
e. roet de bestemming verband. houdende bouwverketr, geen gebouwen
zijnde
tuinen bLj de gebouwen~
2. De woonhuizen moeten worden gebouwd: aLs- eengezinshuizen of ais
woonhuizen geheeL of gedeeiteiijk boven de Ln Lid 1 onder d bedoelde
ves tigingen.
3. De ingevoige lid I toeiaatbare bouwwerken mogen uitsiuitend worden
gebouwd met inachtneming^ van de op de kaart en de hiernaL gegeven aan-
wij zingen
a. de in Lid I onder d bedoelde gebouwen zijn uitsLuitend op de
begane grond- toeLaatbaarp
bde Lrt LicL 1 onder a> b en d bedoelde gebouwen moeten aaneen worden
gebouwdr-
c. de in LicL I onder a,. b en d bedoeide gebouwen mogen in de zij
erfscheiding. worden gebouwd;.
d. de voorgeveibreedte van. de in Lid I onder~ a en d bedoelde gebouwen
rooet ten minste 6.00 nr bedragen;
e~ op een strook Cer breedte van 3.00 m geroeten uit de van de weg
afgekeerde zijde van een bebouwingsvlalc roag de goothoogte van een
gebouu, ten hoogste 3.00 m bedragen, een en ander met dien verstande
dat zuiks; niet geLdt ter plaatse waar op de kaart een hoogtemaat
van 4-.00 m» of rainder ia aangegeven;
t'de inhoud van een woonhuis. mag: niet minder dan 150 m3 en niet roeer
dan 750 ml bedragen;.
g. de oppervlakte van aangebouwde praktijkruimten mag per woonhuis.
ten hoogste 30 m2. beslaan;
h^ de goothoogte van vrijstaande en aangebouwde bergpLaatsen mag ten
hoogste 3.00 mbedragen.
- 18 -