4e- afd. 29 aeptemboir 198J 95
Artikel 9 Bedrijvert (B)
I De gronden- met der bestenming bedrîijven: zonder subbestemming zijn
bestemd voor:
a. gebouwen* ten dienste vait bedrijven die zijn genoemd Ln de catego—
rieen 1 en 2" van- de blj deze- voorschciften behorende Staat van
Inrichtingen;.
b. gebouwen ten dienste van eetr groothandelsbedri j f in antiek en
curiosa-t
g.. per vestiging- ten hoogs-te: een dienstwoning met de daarbij behoren—
der autoboxen en bergpLaatsen^
d. met de- bestemming; verband; houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
e. bedri j f s terrein en- tuinen hij de gebouwen..
2. De gronden met de bestemming bedrijvenr subbestemming nutsbedri-jf
(Bn) zijn besterad. voorr
a niet voor bewoning bestenide bedri j f sgebouwen ten dienste van een
nutsbedri j E
b met de bes.temnring verbandi houdende bouwwerkengeen gebouwen
zijnde;.
c. bedri|fsterreinen en- tuinen: bij de gebouwen-
3. tndiere op de> gronden dier op de- kaart met de nadere aanwijzipg. 0*)
zijn aangegeven een ander bedrijf dan een groothandel in- antielc en
curiosa gevestigd. wordt, vervait de krachtensv de bestemmingsregeling
van LicL I onder hr opgenomen mogeLijkheid. daar opnieuw. een groothandeL
in antiek. en curiosa te vestigen_
4. De ingevoLge Lid 1 toeLaatbare bouwwerken- mogen uitsLuitend worden
gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aan—
w.i j zingen:-.
a- ter plaatse waar op de- kaart de nadere aanwijzing (z) is ingetêkend^
mogen geen gebouwen worden gebouwd^
b. van. de oppervLakte van de in Lid I en Lid 2. bedoeLde gronden zonder
de nadere aanwijzing; (z) mag ten hoogste het op de kaart ingeschre—
ven percentage met gebouwen worden bebouwd; voorzover op de kaart
geen percentage is ingeschreven mogen de gronden over de gehele
oppervlakte worden bebouwd;
ceen groothande Lsbedri j f in antiek en curiosa mag uitsliiitend ge
vestigd worden ter plaatse- waar op de kaart de nadere aanwijzing (0*)
is ingetekend;
d. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, moet de onderlinge
afstand. ten minste 2.00 m bedragen;
e. indien de gebouwen niet in de erfscheiding worden gebouwd, moet de
afstand van de vrije geveL tot de erfscheiding ten misnte 1.00 m
bedragen
f. de voorgevelbreedte van een dienstwoning raoet ten minste 6.00 m
bedragen
g. de inhoud. van een dienstwoning mag niet minder dan 150 ra3 en niet
meer dan 750 m3 bedragen; 20 -