4e afd- 29 september- 198T 95 Artikel 14 Krf (E) I. Der grondert met de bestemming: erf zijn bestemd voor: a. ervetr bij de gebouwen op de aangrenzende bebouwingsstrook b. padendie noodzakelijlc zijn voor een goede bereikbaarheid vaa der erfbebouwing; cpraktrjkruimtea aangebouwd. aan de woonhuizen op de aangrenzende bebouwingss trook d. niet voor bewoning bestemde bijgebouwen die verband houden met de besteoiming vaa de ia de aangrenzende bebouwingsstrook. gelegea grondea zoals- autoboxea en bergplaatsen e. bouwwerkengeen gebouwen zijnde, die verband houden me t de be- stemming van de in de aangrenzende bebouwingsstrook gelegen grunden l. De ingevolge- lid. I toelaatbare bouwwerkea mogea uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hiema gegeven aanwijzingen a- "an de oppervlakte van de in lid I bedoeide grondea mag per woonhuis. ten hoogate 30£ met een maximum van 30 m2 worden bebouwd ten behoeve van autoboxen en bergplaatsen,-: b. van de oppervlakte van de in lid I bedoelde gronden mag per woonhais. ten hoogste 40%I raet. een mamixum van- 60 m2 worden bebouwd ten behoeve van praktijkruimten metr. bijbehorende autoboxen am bergplâataenp c. de hoogte vaa erfafscheidingen mag ten hoogste 1.80 m bedragen 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van 3 - het bepaaide in. lid 2 onder a voor he.t vergroten van de roaximaal toelaatbaar te bebouwen oppervlaktemet dien verstande dat: I vrijsteLLing uitsluitend mag worden verleend ten behoeve van de bouw. van aanbouwen aan de zijgevel van een eindwoning; 2. van. de bij eea eindwoning behorende gronden met de in Lid I bedoeide bestemming. ten hoogste 602 mag worden bebouwd met een maximum: van 60 ra2. b- het bepaalde in Lid 2 onder b voor het vergroten van de maximaal toe Laatbaar te bebouwen oppervtakte ten behoeve van de bouw van praktijkruimten behorende bij een woonhuis op de aangrenzende bebouwingsstrook tot een maximum van 50 m2. 6-.. Een vrijsteLLing als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend dan nadat de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en dan nadat beLanghebbenden gedurende 30 dagen in de gelegen- lieid zijn gesteld daartegen schrifteiijke bezwaren in te dienen. 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering.lëngte ea hoogte van de- gebouwen,die ingevoige het bepaalde in lid I toelaatbaar zijn, indien deze gebouwen over een - 26 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 46