4e afd.
29 aeptejnber 1983"
93
At'tikel 17 Verblijfayebiäd. Vb I
I De groadea mec de; besceoaalng vecblijfsaebied zijn bestemd vooc ver-
blijÊ eit vecplaacsing; bepaald dooc en gerichc op de bescemming van de aaa-
grenzende en naburige- gconden en ia verband hiermee voor verhardingen ge-
cichc: op gemocoriseerd verkeer en ander verkeer, alsmede voor parkeerplaad-
sen,. kinderspeelplaacsen en groenvoorzieningen,. een en ander al qf niec
opgenomen in een uoonerfinrichting.
2. Op. en boven de> ia Lid I bedoelde gronden mogen uicsluicend mec de be-
scemming verband houdender bouwwerken,. geen gebouwen zijnde, uorden ge
bouwd'
1. dooc verharding. gecicht op rijdend gemocoriseerd verkeer en ander vec—
keer en vooc parkeecplaacsen geldea de hiernai gegeven aanwijzingenr
a. hec gedeelce van de- verharding. gecichc op- rijdend gemocoriseecd ver-
keer is. cen minsce 2.50 m. en cen hoogsce 6.0Û m breed;.
b. binnen de in lid I bedoel.de gronden dienc ce uorden. voorzien in de
aanieg: van een aancaL parkeerplaacsen. dac cen minsce geLijk is aan
hec aancaL aare hec verbLijfsgebied gelegen uoningen, cenzij hiercn
door parkererc op< eigea cerreire of irc de onmiddeiiijke nabijheid uordt
voocziere-
c. de afscand Cuasere vecharding: gerichc op= rijdend gemocoriseerd. verkeer
of eere fiecspad ere een in de Langsrichcing, vare eere bouuscroolc gelegere
geveL voor een. uoning. bedraagc cen minsce 2.50 m..
4. Een pLan coc inrichcing, of herinrichcing van de in lid I bedoelde
gronden uocdc in ovecLeg mec beLanghebbenden voorbereid en uicgevoerd.